Doet u deze zomervakantie een beroep op jobstudenten? Het kernkabinet is op 15 april jl. akkoord gegaan met een hervorming van de studentenarbeid. Het nieuwe stelsel wordt op 1 januari 2012 van kracht. Het heeft dus geen enkele weerslag op de prestaties van jobstudenten deze zomer of in de loop van dit kalenderjaar. Een overzicht van de huidige en nieuwe regeling in een notendop.
Studentenarbeid in 2011
In België kan u studenten aanwerven tijdens de maanden juli, augustus en september en tijdens de rest van het jaar gedurende 23 arbeidsdagen.
Zowel de jobstudent als de werkgever moeten in principe socialezekerheidsbijdragen betalen op het brutoloon (33% voor de werkgever en 13,07% voor de werknemer). Maar als de student voldoet aan volgende voorwaarden, moet alleen een solidariteitsbijdrage worden betaald op het loon:
de student is tewerkgesteld met een schriftelijke overeenkomst voor tewerkstelling van studenten;
het jaarlijks aantal toegelaten dagen overschrijdt de 46 arbeidsdagen niet: de student werkt in de zomervakantie maximaal 23 arbeidsdagen bij één of meerder werkgevers; en niet langer dan 23 arbeidsdagen bij één of meerder werkgevers buiten de zomervakantie en buiten de periodes van verplichte aanwezigheid in de onderwijsinstelling.
Als het werk wordt gepresteerd tijdens de vakantiemaanden (juli, augustus en september) is de solidariteitsbijdrage 7,5 %. Hiervan is 5 % ten laste van de werkgever en 2,5 % ten laste van de student. Buiten de vakantieperiode is een bijdrage van 12,5 % verschuldigd, waarvan 8 % ten laste van de werkgever en 4,5% ten laste van de student. Er moet geen fiscale inhouding gebeuren (bedrijfsvoorheffing volgens vastgelegde schalen).
Een overschrijding van de 23 dagen, tijdens de vakantiemaanden of tijdens de rest van het jaar, heeft tot gevolg dat de tewerkstelling bij de werkgever waar de overschrijding gebeurt volledig onderworpen is. Dan zal de werkgever “gewone” sociale bijdragen en bedrijfsvoorheffing inhouden op het brutoloon voor de volledige periode van tewerkstelling.
Let op. Studenten die al minstens zes maanden onafgebroken bij dezelfde werkgever werken, worden voor hun tewerkstelling bij deze werkgever als gewone werknemers beschouwd. Eenmaal dat zij deze dienstanciënniteit bij een werkgever hebben opgebouwd, blijft die voor de volgende jaren gelden en kunnen ze met deze werkgever geen overeenkomst voor studenten meer sluiten.
Studentenarbeid in 2012
De nieuwe regels rond studentenarbeid waarover al lang sprake zouden op 1 januari 2012 in werking treden:
het aantal dagen dat studenten jaarlijks binnen de regeling kunnen presteren, wordt opgetrokken tot 50, gespreid over het hele jaar;
de twee bestaande periodes met verschillende socialezekerheidsbijdragepercentages (23 dagen gedurende de zomer aan 7,51%, 23 dagen buiten de zomer aan 12,51%) worden vervangen door een jaarlijks contingent aan 50 dagen studentenarbeid met één socialezekerheidsbijdrage van 8,13% voor het hele jaar (5,42% ten laste van de werkgever en 2,71% ten laste van de student);
de huidige beperking tot zes maanden voor een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten wordt opgetrokken tot twaalf maanden;
de nieuwe “teller studentarbeid” van de RSZ zal toelaten dat zowel de student als de werkgever het overblijvende saldo aan dagen kan tellen;
studenten mogen in de loop van het eerste, het tweede en het vierde kwartaal 240 uur per kwartaal werken en voor de gezinsbijslagen, in het derde kwartaal onbeperkt werken. Bij overschrijding verliest men de kinderbijslagen voor het betrokken kwartaal. Als die overschrijding in het tweede kwartaal gebeurt, verliest men de bijslagen voor het tweede en derde kwartaal. Deze bijzondere regel wordt opgeheven. Indien de overschrijding in het tweede trimester gebeurt, verliest men alleen de bijslagen voor het tweede trimester.
De hervorming van de studentenarbeid die de huidige regeling vereenvoudigt, is goedgekeurd door het kernkabinet op 15 april 2011. Het nieuwe stelsel treedt op 1 januari 2012 in werking.