Een zelfstandige die wegens ziekte of ongeval zijn activiteiten als zelfstandige niet meer kan uitoefenen, kan een uitkering krijgen. Om recht te hebben op die uitkering moeten een aantal stappen worden ondernomen. De adviserend geneesheer van het ziekenfonds moet de arbeidsongeschiktheid erkennen. Er speelt ook een aangiftetermijn en een wachttijd.
Sociaal statuut van de zelfstandige
Via de sociale kwartaalbijdragen hebben zelfstandigen recht op sociale rechten zoals gezondheidszorgen (d.i. de gehele of gedeeltelijke terugbetaling van de kosten voor geneeskundige verzorging) en een uitkering wegens arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een ziekte of ongeval.
Om op die rechten aanspraak te kunnen maken, is een aansluiting vereist bij een sociaal verzekeringsfonds (ten laatste op de dag van de start van de zelfstandige activiteit) én bij een erkend ziekenfonds naar keuze (of bij de gewestelijke dienst van de hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering). Wie een zelfstandige activiteit combineert met een loon- of weddetrekkende activiteit, moet voor beide activiteiten bij éénzelfde ziekenfonds of hulpkas zijn aangesloten.
Aangifte van arbeidsongeschiktheid
Arbeidsongeschikt zijn betekent dat u door een ziekte, ongeval of zwangerschap (tijdelijk) alle (zelfstandige) activiteiten moet stopzetten.
Wie arbeidsongeschikt wordt, moet dat binnen 28 dagen na aanvang ervan melden aan het ziekenfonds (binnen 2 dagen bij herval). Als de laatste dag een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag is, dan heeft u tijd tot en met de eerste werkdag die daarop volgt om aangifte te doen.
De aangifte gebeurt via een verklaring van arbeidsongeschiktheid die door de behandelende arts wordt ingevuld. Bij opname in een erkende verpleeginstelling wordt de aangiftetermijn geschorst. Doe wel onmiddellijk aangifte na het verlaten van het ziekenhuis.
Bij laattijdige aangifte verliest u 10% per dag vanaf de dag waarop u recht op de uitkering heeft tot en met de dag van uw aangifte. Het ziekenfonds zal alleen geen 10% van de vervallen uitkeringen inhouden bij overmacht of in geval van een moeilijke financiële en sociale situatie.
De adviserende arts van het ziekenfonds stuurt u na ontvangst van het aangifteformulier een aantal documenten die u moet invullen en terugsturen: een inlichtingenblad, een vragenlijst over de beroepsactiviteiten, een formulier met betrekking tot uw gezinstoestand (gezinshoofd of alleenstaande).
Recht op een uitkering na wachttijd
De aangifte van uw arbeidsongeschiktheid opent niet automatisch het recht op een uitkering.
Om recht te hebben op dagvergoedingen bestaat er een wachttijd. Voor zelfstandigen wordt de duur van die wachttijd bij arbeidsongeschiktheid, omschreven in het arbeidsongeschiktheidsbesluit voor zelfstandigen. ‘Wachttijd’ betekent eigenlijk dat iemand die al de hoedanigheid van gerechtigde heeft verkregen, gedurende een bepaalde periode geen recht op uitkeringen heeft.
In casu gaat een wachttijd van 6 maanden in vanaf de 1e dag van het 1e kwartaal waarvoor bijdragen aan het sociaal verzekeringsfonds worden betaald. Periodes van arbeidsongeschiktheid worden voor de vervulling van de wachttijd niet meegerekend. Tijdens die 6 maanden mag u niet arbeidsongeschikt zijn. Naast die wachttijd moet u arbeidsongeschiktheid erkend zijn.
Schoolverlaters die aan bepaalde voorwaarden voldoen, komen in aanmerking voor een vrijstelling van wachttijd. Er bestaan ook uitzonderingen voor uitkeringsgerechtigde loontrekkenden die zonder onderbreking zelfstandige worden; en er is een verminderde wachttijd voor zij die al een gedeelte van de wachttijd volbrachten in een ander stelsel en de overgang binnen een termijn van 30 dagen gebeurt.
Als u recht hebt op een uitkering, dan ontvangt u vanaf de 2e maand van uw arbeidsongeschiktheid een dagelijkse uitkering. De 1e maand wordt niet vergoed.
De dagvergoeding wordt bepaald door uw persoonlijke situatie en de periode. Omdat de uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid niet echt royaal zijn, kan eventueel een bijkomende verzekering (b.v. een polis gewaarborgd inkomen) worden afgesloten.
Vanaf het 2e jaar valt u in de invaliditeitsregeling.
Gelijkstelling wegens ziekte
Zelfstandigen in hoofdberoep die hun activiteit stopzetten door ziekte of invaliditeit, kunnen hun rechten in de sociale zekerheid behouden door gelijkstelling wegens ziekte aan te vragen. Tijdens de erkende kwartalen van arbeidsongeschiktheid behouden ze het recht op kinderbijslag, ziekteverzekering en pensioen, zonder de betaling van sociale bijdragen.
N.B. De wachttijd in de regeling voor werknemers is voor de opening van het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen op 1 mei 2017 verdubbeld van 6 naar 12 maanden. Ook het aantal dagen dat in die periode moet worden gepresteerd, is opgetrokken.
Voor het recht op moederschapsuitkeringen is er niets veranderd omdat dit recht in de tijd is beperkt (wachttijd van 6 maanden). Idem voor uitkeringen tijdens het vaderschaps- of geboorteverlof, het adoptieverlof of het omgezet moederschapsverlof.