Grote investeringen gepland? Dat bent u zeker op de hoogte van de vele wijzen waarop u deze kan financieren: aankoop met eigen middelen, een kredietovereenkomst afsluiten met een financiële instelling, een operationele of financiële lease aangaan. Waarom zou u als ondernemer uit al die mogelijkheden voor ‘leasing’ kiezen? In de volgende paragrafen zetten we een aantal voordelen op een rijtje.
Onmiddellijk kwantificeerbare voordelen
Leasen heeft een aantal voordelen, die duidelijk kwantificeerbaar zijn. Leasen is vaak de ‘goedkoopste’ financieringsvorm, vergeleken met de alternatieven.
Via leasing kan u de gewenste investering tot 100 % financieren, terwijl andere kredietverleners (banken) meestal slechts 70 of 80% van een project via een krediet willen financieren en een eigen inbreng van de investeerder van het overige deel verwachten.
U kan als ondernemer de btw (op uw geplande project) als het ware laten ‘voorfinancieren’. Het is immers de leasinggever die de btw op de aankoop van het investeringsgoed zal betalen en recupereren van de administratie. Wanneer u als ondernemer zelf een investeringsgoed aankoopt, kan u de btw hierop weliswaar ook recupereren, maar de terugbetaling kan wel drie tot zes maanden op zich laten wachten. Ingeval het gaat om een grote investering, levert dat een cashflownadeel op dat zwaar kan doorwegen. Door de last van de voorfinanciering door te schuiven naar de leasinggever, doet u dus een aanzienlijk voordeel.
Tenslotte biedt leasen ook schaalvoordelen: leasingmaatschappijen kunnen door het aankopen van grote hoeveelheden bij dezelfde leverancier vaak een betere prijs onderhandelen, die u als kleinere ondernemer zelf niet kan krijgen. Als u goed onderhandelt met de leasinggever, kan ook u deels van deze korting mee profiteren.
Niet-onmiddellijk kwantificeerbare voordelen
Daarnaast biedt leasing ook een aantal voordelen die niet onmiddellijk kwantificeerbaar zijn, maar toch het overwegen waard zijn bij het aangaan van een nieuwe investering.
Een leasingnemer is beter beschermd tegen technologische veroudering: ondernemingen die werken in een hoogtechnologische sector kunnen dan ook best opteren voor een lease op korte termijn, waarbij het goed een hoge restwaarde behoudt. De leasinggever draagt dan in feite het risico van de technologische veroudering van de geleasede goederen. Voor leasingmaatschappijen is dit risico evenwel kleiner dan voor een onderneming zelf. Zij beschikken immers vaak over een beter netwerk en kunnen mogelijks de (technologisch verouderde) goederen nog doorverkopen aan andere spelers op de markt, voor wie deze goederen nog wel bruikbaar zijn.
Bij leasingovereenkomsten zal doorgaans een kleinere aanbetaling vereist worden van de ondernemer dan bij andere financieringsvormen. De leasinggever heeft immers een grote stap voor op de klassieke kredietverstrekkers: hij behoudt de juridische eigendom van het geleasede goed. Hierdoor kan hij zich soepeler opstellen, zonder meer risico te lopen. Dit gezegd zijnde moet er toch op gewezen worden dat de algemene kredietwaardigheid van de leasingnemer en de evolutie van de marktwaarde van het goed altijd een rol zullen blijven spelen bij het bepalen van de concrete voorwaarden van het contract.
Voor een ondernemer is meestal het ongestoord kunnen gebruiken van activa zolang ze nuttig zijn belangrijker dan het in eigendom hebben van de activa. Dat ongestoord gebruik kan evengoed via leasing verworven worden als via een aankoop.
Zijn er dan geen nadelen?
Heeft leasing enkel maar voordelen? Helaas niet. Vooral aan de figuur van de onroerende leasing zijn er mogelijke nadelen verbonden. Er bestaan met name 2 grote fiscale hinderpalen:
Het registratierecht: iedere overdracht van een onroerend goed is onderworpen aan een registratierecht, waarvan het normale tarief in Vlaanderen 10% bedraagt. In het geval van een onroerende lease is er (mogelijk) twee maal zo’n overdracht:
(1) De overeenkomst vangt per definitie aan met de belaste overdracht van het onroerend goed. Hieraan kan enkel ontsnapt worden als de overdracht een ‘nieuw gebouw’ tot voorwerp heeft en met toepassing van de btw kan gebeuren. Dit is interessanter omdat de btw veelal gerecupereerd zal kunnen worden.
(2) Op het einde van de leasetermijn als de leasingnemer de aankoopoptie licht. Op dat moment is er immers een tweede eigendomsoverdracht (van de leasinggever naar de leasingnemer). Die wordt belast op basis van de waarde op dat moment en dus niet op basis van optieprijs.
Btw: wat betreft de btw bestaat het gevaar dat de onroerende lease als een onroerende verhuur wordt aangemerkt. De onroerende verhuur is in België echter van btw vrijgesteld. Dit houdt ook in dat de leasinggever dan de btw, die hij betaald heeft bij de aankoop of constructie van het goed, niet langer kan recupereren.