Ondernemingen die geen of onvoldoende voorafbetalingen doen, moeten een belastingvermeerdering betalen. Het vermeerderingspercentage waarmee de vermeerdering wordt berekend, wordt ieder jaar vastgesteld. Voor de voorafbetalingen van dit jaar (aanslagjaar 2016) geldt opnieuw een lager vermeerderingspercentage dan de voorafgaande jaren. Dit percentage bedraagt 1,125 %.
Wie moet voorafbetalen?
Alle belastingplichtigen die winsten of baten behalen, moeten voorafbetalingen doen. Dat zijn o.a. ondernemers en vrije beroepers (in de personenbelasting) en alle vormen van vennootschappen (in de vennootschapsbelasting).
Startende ondernemingen (natuurlijke personen en kleine vennootschappen) zijn de eerste drie jaar vrijgesteld van het doen van voorafbetalingen.
Wanneer voorafbetalen in 2015?
De voorafbetalingen moeten ten laatste gebeuren op vier vooraf bepaalde data:
voorafbetaling 1: uiterlijk op 10 april 2015;
voorafbetaling 2: uiterlijk op 10 juli 2015;
voorafbetaling 3: uiterlijk op 12 oktober 2015;
voorafbetaling 4 : uiterlijk op 21 december 2015.
De voorgaande data gelden voor ondernemingen die hun boekjaar afsluiten op 31 december. Voor ondernemingen met een ander boekjaar (bv. van 1 april tot 31 maart) gelden andere data.
Het vermeerderingspercentage voor 2015 (aanslagjaar 2016)
Het vermeerderingspercentage wordt berekend door de basisrentevoet te vermenigvuldigen met 2,25. Deze basisrentevoet is het rentetarief zoals dat door de Europese Centrale Bank wordt toegepast op 1 januari van het jaar vóór dat waarnaar het aanslagjaar is genoemd. Voor aanslagjaar 2016 wordt dus gekeken naar de rente op 1 januari 2015. Die rente bedroeg 0,30 %.
Die rentevoet moet echter afgerond worden naar de lagere eenheid. Waardoor die slechts 0,00 % bedraagt. Dit levert een probleem op, want : 2,25 × 0,00 % = 0 %. Op die manier kan er dus geen vermeerdering opgelegd worden.
De regering heeft daarom van de mogelijkheid gebruik gemaakt om de basisrentevoet bij koninklijk besluit op 0,50 % vast te stellen.
Zo komt het vermeerderingspercentage op: 2,25 × 0,50 % = 1,125 %.
Dit percentage is weer lager dan dat van aanslagjaar 2015 (bedroeg toen 1,69 %).
Vermeerdering bij geen of onvoldoende voorafbetaling (vennootschap)
De vermeerdering die wordt opgelegd wegens te weinig voorafbetalingen, wordt berekend als een percentage van de verschuldigde belasting.
Voorbeeld
Vennootschap X is 55.000 euro belasting verschuldigd over aanslagjaar2016. De vennootschappen doet evenwel geen voorafbetalingen. X is de volgende vermeerdering verschuldigd: 55.000 x 1,125 % = 618,75 euro.
Wegwerken van de vermeerdering door voldoende voorafbetalingen te doen
Door voorafbetalingen te doen, wordt de potentiële vermeerdering geneutraliseerd. Iedere voorafbetaling doet het bedrag van de vermeerdering afnemen. Dit wordt berekend door een percentage te nemen van de voorafbetaling (VA). Ook deze percentages werden aangepast:
VA 1 (10 april) aan 1,50 %;
VA 2 (10 juli) aan 1,25 %;
VA 3 (12 oktober) aan 1,00 %;
VA 4 (21 december) aan 0,75 %;
gemiddeld levert dat 1,125 % op [(1,50 + 1,25 + 1,00 + 0,75)/4].
Een voorafbetaling in het eerste kwartaal levert meer op dan één in het tweede, derde of vierde. Een voorafbetaling van 35.000 euro op 10 april vermindert de mogelijke vermeerdering immers met 525 euro (1,50 % van 35.000 euro), terwijl een zelfde voorafbetaling op 12 oktober de vermeerdering met slechts 350 euro vermindert (1,00 % van 35.000 euro).
Hoe werkt het in de praktijk: een voorbeeld voor 2015 (aanslagjaar 2016)
Bvba Y moet 125.000 euro belasting betalen voor boekjaar 2015. Als ze geen voorafbetalingen zou doen, is er een vermeerdering verschuldigd van 1.406,25 euro (1,125 % van 125.000 euro). De vennootschap probeert die hypothetische vermeerdering weg te werken door in de loop van dit jaar de volgende voorafbetalingen te doen:
op 10 april: 30.000 euro;
op 10 juli: 55.000 euro;
in het derde kwartaal doet Y geen voorafbetaling;
op 21 december: 25.000 euro.
De voorafbetalingen zullen de mogelijke vermeerdering als volgt wegwerken:
VA 1: 30.000 x 1,50 % = 450 euro
VA 2: 55.000 x 1,25 % = 687,50 euro
VA 3: 0 x 1,00 % = 0 euro
VA 4: 25.000 x 0,75 % = 187,50 euro
Totaal = 1.325 euro
De mogelijke vermeerdering van 1.412,50 euro is daarmee niet helemaal weggewerkt. Y is nog 87,50 euro vermeerdering verschuldigd.
Wanneer de vermeerdering minder dan 1 % van de verschuldigde belasting bedraagt, is ze echter niet verschuldigd. Dat is hier het geval.