De minister van Financiën kreeg eind mei groen (!) licht van de regering voor een diepgaande hervorming van de fiscale aftrek van professioneel gebruikte personenwagens. Wagens die fossiele brandstoffen verbruiken worden naar de uitgang geduwd maar ook voor elektrische wagens wordt de aftrek beperkt. De regering neemt er een decennium de tijd voor.

Bedrijfswagens

Eerste punt: over welke wagens gaat het hier? Het gaat over personenwagens, wagens voor dubbel gebruik (breaks) en minibussen. De hervorming treft niet de lichte vrachtwagens. Maar in het voorontwerp van wet wordt wel al aangekondigd dat er nauw zal toegezien worden dat er geen ‘valse’ lichte vrachtwagens’ worden ontwikkeld. Daarover bestaan vandaag de dag ook al strenge richtlijnen maar autoconstructeurs die spitsvondig willen zijn, zijn meteen gewaarschuwd.

Tweede punt: de hervorming betreft de aftrek van de beroepsmatige autokosten. De kosten van uw auto als zelfstandige, als werknemer (voor uw woon-werkverkeer). En ook de kosten van de wagen die uw vennootschap ter beschikking stelt (de salariswagen).

Opgelet: ook hybride wagens worden geviseerd door de hervorming. Hierna gaan we eerst in op de wagens met enkel een verbrandingsmotor.

Verbrandingsmotor

Vandaag blijft alles bij het oude. De auto die u vandaag koopt, is onderworpen aan aftrekbeperkingen die afhankelijk zijn van de CO2-uitstoot van die wagen.
Dat blijft zo tot 30 juni 2023: als u een auto koopt (of leaset) vóór 1 juli 2023, dan geldt er een aftrekbeperking tussen 100% en 50% afhankelijk van de CO2-uitstoot van het voertuig. Een CO2-uitstoot boven 200 gr/km wordt gesanctioneerd met een aftrekbeperking tot 40%.
Er is in de personenbelasting nog een bijzondere regeling voor wagens aangeschaft vóór 31 december 2017. Daar gold een aftrekbeperking van 75% en dat blijft ook zo.
Die aftrekbeperkingen blijven van toepassing zolang u het voertuig behoudt.

Een eerste kanteldatum is 1 juli 2023: als u tussen 1 juli 2023 en 31 december 2025 een auto aankoopt die fossiele brandstof verbruikt, dan geldt nog steeds de aftrekbeperking op basis van de CO2-uitstoot maar er zijn twee wijzigingen:

de ondergrens van 50% (en 40% voor een CO2-uitstoot boven 200 gr/km) valt weg, en

de bovengrens (nu 100%) daalt naar 75%.

Vanaf aanslagjaar 2027 daalt die bovengrens nog verder naar 50%, in aanslagjaar 2028 is het nog slechts 25% en uiteindelijk in aanslagjaar 2029 is er geen aftrek meer voor wagens die rijden op fossiele brandstof en die aangekocht werden tussen 1 juli 2023 en 31 december 2025.

Het tweede kantelmoment is 1 januari 2026. En de regel is dan heel simpel: voor wagens met een verbrandingsmotor gekocht of geleaset vanaf 1 januari 2026 is er geen aftrekbaarheid meer.

Plug-in hybrides

Voor plug-in hybrides gelden op dit ogenblik dezelfde regels als voor wagens met een verbrandingsmotor. Maar omdat ze ook op elektriciteit kunnen rijden hebben zij een buitengewoon voordelige CO2-uitstoot zodat zij (bijna) 100% aftrekbaar zijn. De zogenaamde valse hybrides (waarbij de capaciteit van de elektrische motor heel laag is ten aanzien van het gewicht van de wagen) mogen geen gebruik maken van deze regeling.

Voor wagens aangekocht vanaf 1 januari 2023 wordt de aftrek van de aankoop van fossiele brandstop beperkt tot 50%. Het gaat dus niet om de wagen zelf, noch over de elektriciteit die wordt aangekocht, enkel over de fossiele brandstof. He geldt ook niet als u de wagen aankocht voor 1 januari 2023.
Maar, zoals hierboven al gesteld, voor wagens met een brandstofmotor aangekocht vanaf 1 januari 2026 is er geen aftrekbaarheid van de beroepskosten. En dat geldt eveneens voor hybride voertuigen.

Koolstofemissievrije wagens

De aftrek van beroepskosten voor een koolstofemissievrije wagen blijft ongewijzigd op 100%.
Het kantelmoment is hier 1 januari 2027. In geval van aankoop, lease of huur vanaf 1 januari 2027 wordt de aftrek volgens het jaar van aankoop, lease of huur steeds verder beperkt.
De aftrek wordt beperkt tot:

95% indien aangekocht, geleased of gehuurd in 2027;

90% indien aangekocht, geleased of gehuurd in 2028;

82,5% indien aangekocht, geleased of gehuurd in 2029;

75% indien aangekocht, geleased of gehuurd in 2030;

67,5% indien aangekocht, geleased of gehuurd vanaf 1 januari 2031.

Begeleidende maatregelen

De hervorming omvat nog  andere maatregelen die samenhangen met de aftrek van beroepsmatige autokosten.

Een eerste maatregel betreft werknemers die hun woon-werkverkeer afleggen met hun persoonlijk voertuig. Zij kunnen gebruik maken van een forfaitaire aftrek van 0,15 euro/km. Die forfaitaire aftrek verdwijnt vanaf 2026 als het voertuig waarmee ze rijden volgens bovenstaande regels niet aftrekbaar zou zijn. Als de werknemer dus met een wagen rijdt die aangekocht werd vóór 1 juli 2023 of met een elektrische wagen, dan is er niets aan de hand.

Een tweede maatregel om u sneller te laten overstappen naar een elektrisch voertuig betreft de laadpalen. Particulieren die tussen 1 september 2021 en 31 augustus 2024 een laadstation plaatsen, krijgen een belastingvermindering. De omvang van de belastingvermindering hangt af van het moment waarop u de laadpaal aankoopt:

tussen 1 september 2021 en 31 december 2022 bedraagt de belastingvermindering 45%;

tussen 1 januari 2023 en 31 december 2023 bedraagt de belastingvermindering 30%;

tussen 1 januari 2024 en 31 augustus 2024 bedraagt de belastingvermindering 15%.

Het maximumbedrag waarop u een belastingvermindering kan genieten, bedraagt (niet geïndexeerd) 1.500 euro per laadpaal en per belastingplichtige.
Het moet gaan om een intelligent laadstation (laadtijd en laadvermogen kunnen gestuurd worden) en het mag enkel gebruik maken van groene stroom (via uw eigen zonnepanelen of via een contract voor 100% groene stroom met de elektriciteitsmaatschappij).

Een gelijkaardige maatregel is er voor ondernemingen (vennootschappen of zelfstandigen) die een laadpaal aankopen. Bij aankoop tussen:

1 september 2021 en 31 december 2022 geldt er aftrek van 200%;

1 januari 2023 en 31 augustus 2024 is de aftrek 150%.

Het moet wel gaan om een laadstation dat publiekelijk toegankelijk is.

Een derde maatregel is gericht op de aankoop van koolstofemissievrije vrachtwagens. Voor de aankoop van zo’n (nieuwe) koolstofemissievrije vrachtwagen, maar ook voor de tankinfrastructuur voor waterstof en voor de installatie van een elektrisch laadstation, wordt een verhoogde investeringsaftrek voorzien. Het tarief bedraagt:

35% in 2023;

29,5% in 2024;

24% in 2025;

18,5% in 2026 en

13,5% in 2027.

De vierde begeleidende maatregel betreft een verruiming van het mobiliteitsbudget. Met het mobiliteitsbudget heeft een werknemer die een bedrijfswagen heeft of er recht op heeft, de mogelijkheid om het budget voor zo’n bedrijfswagen te ruilen voor “groenere” alternatieven. De lijst van alternatieve bestedingen wordt vanaf 1 september 2021 langer. Komen dan ook bijvoorbeeld in aanmerking: de aankoop van een step, het abonnement voor het openbaar vervoer van inwonende gezinsleden, parkeerkosten met betrekking tot het gebruik van het openbaar vervoer. Ook de aankoop van een woning dichter bij de plaats van tewerkstelling komt in aanmerking. Dat was nu ook al maar de maatregel wordt versoepeld.

Tot slot is er nog de solidariteitsbijdrage voor bedrijfswagens. Die gaat in de loop van de volgende jaren sterk omhoog (althans voor wagens aangekocht, geleaset of gehuurd vanaf 1 januari 2023). De berekeningswijze (de CO2-uitstoot) blijft ongewijzigd maar het tarief gaat fors de hoogte in voor wagens met een verbrandingsmotor. Emissievrije wagens zijn onderworpen aan een minimumbedrag dat ook geleidelijk omhoog zal gaan.

De vervuilende benzine- of dieselslurpende bedrijfswagen is zijn laatste kilometers aan het rijden. De meeste autoconstructeurs investeren al volop in elektrische wagens. Maar uiteindelijk gaat dit ontwerp een stapje verder. Het wil ons niet alleen afkoppelen van fossiele brandstoffen, het wil ons uiteindelijk ook uit de wagen zelf halen. De coronacrisis toonde aan dat dat eigenlijk best mogelijk is … binnen bepaalde grenzen.