De regering heeft het aanmoedigen van ondernemers als één van haar prioriteiten op het programma gezet. Dat blijkt ook uit de programmawet, die enkele nieuwe maatregelen bevat die investeringen in startende ondernemers gunstig behandelt. Eén daarvan is een soort tax shelter, waardoor investeerders een belastingvermindering van 30 % of 45 % krijgen als ze in start ups investeren.

Wat te doen: investeren in een onderneming

De ’tax shelter’ voor investeringen in starters is bedoeld voor wie bijdraagt in het risicodragend kapitaal van de onderneming. Met andere woorden: u geeft geen lening, maar doet een inbreng, waarvoor u in ruil aandelen krijgt. Als aandeelhouder zal u dan mogelijk ook dividenden krijgen als de onderneming succesvol wordt en dividenden gaat uitkeren.

U moet niet rechtstreeks investeren, maar kan ook opteren voor een deelname in een startersfonds dat de effectieve investering doet.

In welke ondernemingen investeren: een starter

Aangezien het de bedoeling is nieuwe ondernemers te steunen, komen enkel startende ondernemingen in aanmerking.

Voor de fiscus is een onderneming een starter in de eerste vier jaar van haar bestaan. Het moet bovendien gaan om een echte starter, dit betekent o.a. dat…

een ondernemer die zijn eenmanszaak omvormt in een vennootschap, maar dezelfde activiteit blijft ontwikkelen geen ‘starter’ is. Of beter: louter door na een tijdje met een vennootschap te beginnen, word je niet opnieuw starter. De regeling kijkt naar het moment waarop de activiteit werd gestart: als dat minder dan vier jaar geleden is, is de nieuw opgerichte vennootschap nog wel een starter;

vennootschappen die ontstaan uit de fusie of splitsing van bestaande vennootschappen, evenmin starters zijn.

In welke ondernemingen investeren: een kleine onderneming

Daarnaast geldt de maatregel enkel voor investeringen in kleine ondernemingen. Om te bepalen wat een kleine onderneming is, wordt hier niet enkel gekeken naar de definitie van een ‘kleine vennootschap’ in de zin van artikel 15 van het Wetboek van Vennootschappen. De regeling grijpt ook terug naar de boekhoudrichtlijn. Op basis daarvan wordt er een onderscheid gemaakt tussen micro-ondernemingen, kleine ondernemingen en middelgrote ondernemingen:

een micro-onderneming heeft een balanstotaal van max. 350.000 euro, een omzet (excl. btw) van 700.000 euro en maximaal tien personeelsleden;

een kleine onderneming heeft een balanstotaal van max. 3.650.000 euro, een omzet (excl. btw) van 7.300.000 euro en maximaal vijftig personeelsleden;

een middelgrote onderneming heeft een balanstotaal van max. 20 miljoen euro, een omzet (excl. btw) van 40 miljoen euro en maximaal tien personeelsleden.

Een onderneming valt onder één van deze categorieën zodra ze aan twee van de drie criteria beantwoordt.

Het hoeft niet om vennootschappen te gaan, ook ondernemers die een eenmanszaak hebben worden in deze categorieën verdeeld.

Enkel investeringen in micro-ondernemingen en kleine ondernemingen komen voor de belastingvermindering in aanmerking. De middelgrote ondernemingen zijn van het toepassingsgebied uitgesloten.

In welke ondernemingen investeren: uitgesloten ondernemingen

Enkele ondernemingen worden expliciet uitgesloten:

middelgrote en grote ondernemingen;

ondernemingen in financiële problemen die in een collectieve insolventieprocedure zitten of daarvoor in aanmerking komen;

beursgenoteerde vennootschappen;

beleggings-, thesaurie- en financieringsvennootschappen;

managementvennootschappen;

patrimoniumvennootschappen, waarin onroerende goederen zitten die door de bedrijfsleider of zijn echtgenoot/kinderen worden gebruikt als woning;

vennootschappen die al een kapitaalvermindering hebben doorgevoerd of dividenden hebben uitgekeerd: uit deze verrichtingen blijkt immers dat ze geen gebrek hebben aan risicokapitaal.

Wie komt in aanmerking: uitgesloten investeerders

In principe komen alle natuurlijke personen (die belastbaar zijn in de personenbelasting of de belasting der niet-inwoners) in aanmerking. Enige restrictie is dat bedrijfsleiders niet in aanmerking komen als ze investeren in hun eigen bedrijf.

Wat investeren: beperkingen aan het bedrag dat wordt geïnvesteerd

Uiteraard worden er ook enkele beperkingen opgelegd:

u kan maximaal 100.000 euro investeren onder dit gunstregime, dit wil zeggen: u mag meer investeren, maar het gedeelte boven de drempel geeft geen recht op de vermindering;

de participatie die u verwerft door de investering mag niet meer bedragen 30 % van het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap;

de starterende onderneming mag maximaal 250.000 euro kapitaal verzamelen op deze manier;

de ontvangende vennootschap mag het ingebrachte geld niet gebruiken om dividenden uit te keren, aandelen aan te kopen of leningen te verstrekken.

Wat krijgt u ervoor terug: een belastingvermindering

U heeft recht op een belastingvermindering van 30 % (als u investeert in een kleine onderneming) of 45 % (als u investeert in een micro-onderneming). De belastingvermindering is van toepassing op aandelen uitgegeven vanaf 1 juli 2015.

Let wel op: u moet de verworven aandelen minstens vier jaar in uw bezit houden om de belastingvermindering definitief te verkrijgen. U mag ze eerder vervreemden, maar dan zal u de belastingvermindering gedeeltelijk moeten teruggeven: via een federale belastingvermeerdering wordt u belast op 1/48 van de reeds verkregen belastingvermindering per volle maand die nog rest tot het aflopen van de periode van 48 maanden.

Voorbeeld

Op 1 juli 2015 investeerde u 16.000 euro in een micro-onderneming en kreeg daarvoor een belastingvermindering van 45 % = 7.200 euro. U moet de aandelen die u ontving vier jaar (48 maanden) behouden, nl . tot 1 juli 2019. U beslist uw aandelen te verkopen in de loop van maart 2018. Op dat moment zijn er 33 maanden verlopen, en duurt de voorgeschreven houdperiode nog 15 maanden (van maart 2018 tot juli 2019). Dit betekent dat er 15/48 van de belastingvermindering wordt teruggenomen via een federale belastingvermeerdering: 15/48 van 7.200 = 2.250 euro.