De berekeningswijze voor de sociale bijdragen van zelfstandigen wordt hervormd. Nu worden de sociale bijdragen berekend op basis van de inkomsten van drie jaar terug. Uiterlijk begin 2015 zullen de sociale bijdragen elk jaar worden berekend op basis van de inkomsten van het jaar zelf.
Bedrag sociale bijdragen
Als zelfstandige moet u zelf elk kwartaal sociale bijdragen betalen aan een sociaal verzekeringsfonds. Die sociale bijdragen geven recht op kinderbijslag, geneeskundige verzorging, pensioen, verzekering bij faillissement, enz. Hoeveel u moet betalen, hangt af van uw hoedanigheid. Zelfstandigen in hoofdberoep betalen meer dan zelfstandigen in bijberoep. Voor gepensioneerden of meewerkende echtgeno(o)t(e)n gelden bijzondere bijdragepercentages. Startende zelfstandigen betalen voorlopige bijdragen.
Op 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober begint er een nieuw kwartaal. Het bedrag van de sociale bijdragen moet uiterlijk de laatste dag van het kwartaal (maart, juni, september en december) op de rekening van uw sociaal verzekeringsfonds staan. Wie te laat is, betaalt nalatigheidsinteresten: 3% per kwartaal en eenmalig 7% per jaarovergang.
Uw sociale bijdragen zijn volledig fiscaal aftrekbaar als beroepskost.
Huidige berekening sociale bijdragen: inkomsten 3 jaar terug
Vanaf uw vierde volledige jaar als zelfstandige worden de sociale bijdragen berekend op uw beroepsinkomsten (netto belastbaar jaarinkomen) van drie jaar geleden.
Voor beginnende zelfstandigen kan men geen drie jaar terug gaan. Daarom betalen zij voorlopige bijdragen die daarna worden geregulariseerd. De eerste drie volledige kalenderjaren en de kwartalen ervoor worden de sociale bijdragen van de startende zelfstandige berekend op de inkomsten van die jaren zelf.
Nieuwe berekening sociale bijdragen: inkomsten lopende jaar
Voor de nieuwe berekening van de sociale bijdragen vormen de inkomsten van een bepaald jaar de basis voor de bijdragen van dat jaar. De zelfstandige betaalt een voorlopige bijdrage zoals aan het begin van zijn loopbaan. Tijdens het bijdragejaar zelf, wanneer de zelfstandige zijn werkelijke inkomsten nog niet met zekerheid kent, zal zijn sociaal verzekeringsfonds hem een voorlopig bedrag voorstellen dat elk kwartaal moet worden betaald. Dat bedrag wordt berekend op de geïndexeerde inkomsten van het derde voorafgaande jaar. Zelfstandigen zullen, afhankelijk van hun inkomsten (lees individuele economische realiteit) en binnen bepaalde grenzen, dit voorlopig bedrag al in het bijdragejaar zelf kunnen verfijnen.
Zodra het sociaal verzekeringsfonds op de hoogte is van de definitieve inkomsten, ontvangt de zelfstandige een afrekening. Die afrekening kan leiden tot een teruggave (als de zelfstandige in het bijdragejaar al te veel betaalde) of een bijkomende betaling (als de zelfstandige te weinig betaalde).
Bij niet-betaling zal het sociaal verzekeringsfonds rechtstreeks verhogingen toepassen. Als de inkomsten in het jaar hoger liggen dan drie jaar eerder, kan de zelfstandige hogere bijdragen betalen. Als hij bewijst dat zijn inkomsten lager zijn dan de vastgestelde grenzen, kan hij vragen lagere bijdragen te betalen.
Wanneer in werking?
De ministerraad van 24 mei 2013 heeft het voorontwerp van wet dat de berekening van de sociale bijdragen voor zelfstandigen hervormt, goedgekeurd. Sabine Laruelle, minister van Kmo’s en Zelfstandigen, wil het nieuwe systeem uiterlijk begin 2015 invoeren.