Op 11 december 2020 voerde een wet een nieuwe registratieplicht in, nl. voor het schenken van roerende goederen via een buitenlandse notaris. Hiermee wordt de zogenaamde “kaasroute” afgesloten. Maar het blijft uiteraard toegelaten om de minst belaste weg te kiezen.
De kaasroute
Tot voor kort waren er twee situaties waarbij een schenking moest geregistreerd worden.
De eerste situatie is de schenking van onroerende goederen. Alle overdrachten van onroerende goederen moeten geregistreerd worden bij de ambtenaar van registratierechten en op dat ogenblik zijn er dan ook registratierechten verschuldigd.
De tweede situatie waarbij geregistreerd moet worden is als er een Belgische notariële schenkingsakte wordt opgemaakt. In principe moet voor de overdracht van een onroerend goed sowieso gewerkt worden met een notaris. Schenkt u onroerende goederen dan is er ook vanuit die hoek een registratieplicht.
Maar ook schenkingen van roerende goederen moeten in principe via zo’n authentieke (of notariële) akte gebeuren. En daarom is er dus ook daar een registratieplicht (met bijhorende schenkingsrechten).
Er zijn enkele ontsnappingsroutes waarvan de kaasroute er één is… of beter, was. In dat geval gaat u voor uw schenking naar een buitenlandse notaris. De schenkingsakte wordt opgemaakt maar omdat het een buitenlandse akte is, hoeft ze niet in België geregistreerd te worden.
Waarom dan “kaas”? De ons omringende landen kennen een gelijkaardig stelsel van schenkingsrechten bij de schenking voor een notaris. Daar zijn slechts enkele uitzonderingen op nl. enkele Zwitserse kantons maar ook (en veel dichter bij huis) Nederland. Laat u uw akte opmaken voor een Nederlandse notaris, dan heeft u een perfect rechtsgeldige schenking maar ontwijkt u inderdaad de Belgische registratierechten.
De nieuwe wet
De wet van 3 december 2020 die in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd op 11 december voert een nieuwe registratieplicht in. Er staat nu in het Wetboek der registratierechten:
“Moeten binnen de bij artikel 32 gestelde termijnen geregistreerd worden …
6° de in het buitenland verleden notariële akten die titel vormen voor een schenking onder de levenden van roerende goederen door een rijksinwoner.”
De registratieplicht ligt bij de contracterende partijen bij de schenkingsakte voor de buitenlandse notaris. In het klassieke geval waarbij een Belg aan een andere Belg een som geld of een kunstwerk schenkt, zijn zowel de schenker als de begiftigde dus verplicht om de schenking te laten registreren. De Nederlands notaris uiteraard niet.
Bent u één van die twee partijen, noteer dan ook dat u 4 maanden tijd heeft om die registratieplicht uit te voeren.
En dus nooit meer?
De kaasroute heeft inderdaad nog weinig zin om belastingen te besparen. Soms zijn Nederlandse notarissen wel goedkoper maar het puur fiscale luik is inderdaad afgesloten.
Daarbij passen echter nog 2 bedenkingen.
Bij de schenking van roerende goederen is het algemeen tarief van de schenkbelasting zowel in het Vlaamse als in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ofwel 3% (voor schenkingen in rechte lijn en tussen partners) of 7% (voor alle andere gevallen). In het Waals Gewest is dat respectievelijk 3,3% en 5,5%. Voor de schenking van een beperkt bedrag of een goed met een beperkte waarde, moet u altijd bekijken of het sop de kool wel waard is.
Bij simpele, directe schenkingen is de handgift ook nog steeds een mogelijkheid. De handgift is als het ware een uitzondering op de burgerrechtelijke plicht om een schenking via de notaris te laten lopen. De simpele overhandiging van het geld of het goed geldt ook als overdracht. Er zijn echter 2 grote nadelen aan de handgift: in eerste instantie is het niet mogelijk (of toch erg moeilijk) om bij de schenking voorwaarden op te leggen. Er mag immers geen document opgemaakt worden van de schenking want dat zou dan meteen een schenkingsakte zijn die pas geldig is als ze door een notaris werd opgemaakt. Het tweede probleem is het bewijsprobleem. Wanneer had de schenking plaats?
De verdachte periode
Het Wetboek der successierechten bepaalt dat als een schenking niet is geregistreerd, de successierechten verschuldigd zijn als de schenker binnen 3 jaar na de schenking overlijdt.
Dat is een principe dat geldt in de 3 gewesten.
Als u dus een zuivere handgift deed en u binnen de 3 jaar na deze gift overlijdt, dan wordt de begiftigde opgezadeld met de bewijslast dat het vermogen (dat op het ogenblik van het overlijden niet meer aanwezig is), meer dan 3 jaar voor het overlijden bij wijze van handgift werd weggegeven.
Er moet dus bewezen worden dat er a) iets gegeven werd, b) dat de wil er was om te schenken en c) wanneer dit gebeurde.
Met een akte van een buitenlandse notaris (die tot voor kort niet moest geregistreerd worden) was dat een ‘piece of cake’, maar dat kan nu dus niet meer.
De Vlaamse regering besliste midden 2020 om de “verdachte periode” met ingang van 1 januari 2021 met een jaar te verlengen, tot 4 jaar. Maar zo ver komt het dan toch niet. Door de verplichting om buitenlandse akten te registreren, is het volgens Vlaanderen momenteel niet meer nodig om de verdachte periode langer te maken dan nodig.
Echte buitenlandse schenkingen
Waar de wetgever niet heeft bij stilgestaan is de problematiek van de échte buitenlandse schenkingen. Stel dat u in België woont maar iemand in Spanje wil u begunstigen. Het gevaar bestaat nu dat als u een dergelijke akte in Spanje laat opmaken, u zowel in Spanje als in België registratierechten zal moeten betalen. De registratieplicht voor buitenlandse notariële akten maakt immers geen onderscheid tussen akten waarop u in het buitenland al rechten betaald en anderen.