Dertig dagen krijgt u om uw rekeningen te betalen. En ook u moet binnen de dertig dagen uw geld krijgen. Alleen in bijzondere omstandigheden zal u van deze algemene regel kunnen afwijken. De bestaande Europese richtlijn over laattijdige betalingen zal hiervoor aangepast worden. Op die manier wil Europa de kwetsbare kleine en middelgrote bedrijven steunen.
Kleine bedrijven vaak in de problemen door betaalachterstand
Kleine bedrijven komen vaak in zware financiële problemen omdat de uitstaande rekeningen niet betaald worden. Sinds de aanvang van de crisis krijgen heel wat ondernemingen te maken met niet- of laattijdige betaling van openstaande facturen door andere ondernemingen of de overheid. Hierdoor kunnen zij zelf in de problemen komen. Zelfs in die mate dat de laattijdige betalingen het verschil kunnen uitmaken tussen verder doen en failliet gaan.
Daarom wil Europa nu strengere en duidelijkere regels voor de betalingsperiode opstellen. Op die manier wil ze ook de solvabiliteit, innovatie en werkgelegenheid stimuleren.
Nieuwe algemene regel: dertig dagen
Er wordt een algemene standaard betaaltermijn van dertig dagen ingevoerd. Dit geldt zowel voor de publieke als de privé-sector. Omzeilingen van die betalingstermijn zullen alleen mogelijk zijn in bijzondere omstandigheden.
Betalingen tussen ondernemingen kunnen naar zestig dagen verlengd worden indien beide partijen akkoord gaan en indien die mogelijkheid is opgenomen in het contract. Daarbuiten kan de periode nog verlengd worden zolang dat niet onbillijk is ten opzichte van de schuldeiser.
Voor de overheid zijn de regels strenger en is de maximale betaaltermijn dertig dagen. Om de betaalperiode te verlengen, moeten de partijen akkoord gaan en moet de verlenging “objectief gerechtvaardigd” zijn. Lidstaten hebben wel de mogelijkheid om voor bepaalde sectoren zoals publieke zorginstellingen een maximale betalingstermijn van zestig dagen in te voeren.
Laattijdige betaling: 40 euro en nalatigheidsinteresten
Wanneer de betalingstermijn niet gerespecteerd wordt, dan heeft de schuldeiser het recht om een minimumbedrag van 40 euro te vorderen om de invorderingskosten te dekken. Daarnaast zal de wettelijke interestvoet minimum de referentie-interestvoet plus acht procent bedragen.
Regels binnen de twee jaar in werking
De lidstaten van de Europese Unie krijgen twee jaar om hun interne regels aan te passen aan de nieuwe maatregelen.