Ontplooit u zowel activiteiten die aan btw zijn onderworpen, als activiteiten die zijn vrijgesteld? Dan bent u een ‘gemengde belastingplichtige’. Dit houdt in dat uw recht op aftrek van de btw die u betaalde wordt beperkt. Slechts voor zover u belaste handelingen stelt, heeft u recht op aftrek. Een deel van de btw zal u dus niet kunnen recupereren.

Wat is een ‘gemengde’ belastingplichtige?

Een belastingplichtige die zowel handelingen stelt die aan btw zijn onderworpen, als handelingen die van btw zijn vrijgesteld, is een gemengde belastingplichtige.

Voorbeelden:

een handelaar in onroerende goederen, die zowel nieuwe gebouwen (met btw) als oude gebouwen (zonder btw, met registratierechten) verkoopt;

een garagehouder die wagens verhuurt (onderworpen aan btw), maar ook ziekenvervoer doet (vrijgesteld van btw).

Wat zijn  de gevolgen voor recht op aftrek?

Een gemengde belastingplichtige heeft slechts een gedeeltelijk (pro rata)  recht op aftrek van de door hem betaalde btw. Enkel de handelingen die aan btw zijn onderworpen, geven recht op aftrek.  De handelingen die vrijgesteld zijn, geven geen recht op aftrek.

Om te weten op hoeveel aftrek u recht heeft, moet u het ‘algemeen verhoudingsgetal’ berekenen. Dit getal geeft de verhouding weer van de handelingen die recht geven op aftrek ten opzichte van alle handelingen die de belastingplichtige stelt. De concrete juiste omzetcijfers zijn natuurlijk pas op het einde van het jaar gekend. Om de belastingplichtige toe te staan toch al aftrekken toe te passen tijdens het jaar, wordt er een voorlopig verhoudingsgetal berekend op basis van de cijfers van vorig jaar. Wanneer de definitieve cijfers bekend zijn, wordt de aftrek aangepast: de belastingplichtige mag dan meer aftrekken (als het definitief cijfer hoger is dan het voorlopige) of moet een deel terug storten (als het definitief cijfer lager is dan het voorlopige).

Voorbeeld

Een accountant heeft 120.000 EUR inkomsten behaald uit adviesverlening (aan btw onderworpen, geeft recht op aftrek). Daarnaast werkt hij ook als tussenpersoon bij verzekeringen (vrijgesteld, geen recht op aftrek). Uit die activiteit haalt hij 160.000 EUR inkomsten. Zijn recht op aftrek wordt dus beperkt volgens deze berekening: 120.000/ (120.000 + 160.000) = 42,8 %, wordt afgerond op 43 % (= voorlopig verhoudingsgetal).

Stel dat hij een nieuwe computer heeft gekocht voor 2.500 EUR + 525 EUR btw, dan kan hij deze btw voor 225,75 EUR (43 % van 525) aftrekken.

Op het einde van het jaar kan het definitieve verhoudingsgetal bepaald worden:

als uiteindelijk blijkt dat het definitieve verhoudingsgetal slechts 37 % bedraagt, mocht hij eigenlijk maar 194,25 EUR aftrekken (i.p.v. 225,75), hij heeft dus te veel afgetrokken en moet hij 31,50 EUR terugstorten;

als het definitieve verhoudingsgetal 52 % bedraagt, had hij recht op een aftrek van 273 EUR (i.p.v. 225,75), hij heeft dus te weinig effectief afgetrokken en mag nog 47,25 EUR extra btw aftrekken.

Het verschil met een ‘gedeeltelijke’ belastingplichtige

Naast de ‘gemengde belastingplichtige’ kent ons btw-systeem ook de gedeeltelijke belastingplichtige: die stelt zowel handelingen die binnen als buiten het toepassingsgebied van de btw vallen. De handelingen die buiten het toepassingsgebied vallen, creëren uiteraard geen recht op aftrek.