Er is een nieuwe procedure van gerechtelijke ontbinding van vennootschappen in werking getreden. Sinds 12 juni 2017 moeten bestuurders of zaakvoerders meewerken met de gerechtelijk vereffenaar. Nog belangrijker voor de praktijk is de wijziging dat een vennootschap voortaan al na één boekjaar in plaats van na drie opeenvolgende boekjaren gerechtelijk kan worden ontbonden wegens niet-neerlegging van de jaarrekening. De kamers voor handelsonderzoek krijgen meer bevoegdheden in de ontbindingsprocedure.
Nieuwe rol voor kamers voor handelsonderzoek
De kamers voor handelsonderzoek (onderdeel van de rechtbank van koophandel) volgen schuldenaars in moeilijkheden. Als de continuïteit van de onderneming wordt bedreigd, dringen ze bij de schuldenaar aan op een regularisatie van zijn toestand of op een gerechtelijke reorganisatie van zijn onderneming. Pas als uit het onderzoek blijkt dat de onderneming niet kan worden gered, maakt de kamer het dossier over aan het parket. Het parket zal vervolgens het faillissement of de gerechtelijke ontbinding van de onderneming vorderen.
In de nieuwe regeling die op 12 juni ll in werking is getreden, kan de kamer voor handelsonderzoek voortaan zelf het dossier met een met redenen omklede beslissing aan de rechtbank van koophandel doorgeven. Er is dus geen omweg via het parket meer nodig.
Nota bene. De Kamer bespreekt momenteel een omvangrijk wetsontwerp dat de faillissementswet van 8 augustus 1997 en de wet van 31 januari 2009 op de continuïteit van de ondernemingen samenbrengt in Boek XX van het Wetboek van Economisch Recht (WER). De kamers voor handelsonderzoeken zullen in de toekomst “kamers voor ondernemingen in moeilijkheden” worden genoemd.
Redenen voor de ontbinding
Er zijn verschillende gevallen die aanleiding kunnen geven tot de gerechtelijke ontbinding van een vennootschap.
1. De niet-neerlegging van de jaarrekening: de rechtbank van koophandel kan de ontbinding uitspreken “van een vennootschap die haar verplichting om haar jaarrekening neer te leggen niet is nagekomen”. Let op. Een tijdige neerlegging van de jaarrekening wordt dus belangrijk(er). Een vennootschap kan immers al na één boekjaar gerechtelijk worden ontbonden wegens niet-neerlegging van de jaarrekening. Het is niet langer vereist dat de vennootschap gedurende drie opeenvolgende boekjaren haar jaarrekening niet neerlegt.
De vordering tot ontbinding kan slechts worden ingesteld na het verstrijken van een termijn van zeven maanden te rekenen vanaf de datum van afsluiting van het boekjaar.
Als de vordering tot ontbinding uitgaat van het openbaar ministerie of een belanghebbende, kent de rechtbank van koophandel een regularisatietermijn van minimaal drie maanden toe (nieuw).
Als het initiatief voor de gerechtelijke ontbinding uitgaat van de kamer voor handelsonderzoek, beschikt de rechtbank over twee mogelijkheden (regularisatietermijn of ontbinding).
2. De vennootschap is ambtshalve geschrapt uit de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO).
3. De vertegenwoordigers van de vennootschap zijn niet voor de kamer van handelsonderzoek verschenen, na twee oproepingen met dertig dagen tussen, waarvan de tweede oproeping per gerechtsbrief.
4. De bestuurders of zaakvoerders beschikken niet over de fundamentele beheersvaardigheden of beroepsbekwaamheid.
Ook in de gevallen 2. tot 4. kan de rechtbank van koophandel ofwel een regularisatietermijn toekennen en het dossier terugzenden naar de kamer voor handelsonderzoek, ofwel de ontbinding van de vennootschap uitspreken. Die ontbinding kan niet worden uitgesproken zolang er een procedure loopt inzake faillissement, gerechtelijke reorganisatie of ontbinding van de vennootschap.
De ontbinding heeft uitwerking vanaf de dag waarop ze is uitgesproken, maar kan pas worden tegengeworpen aan derden nadat ze is bekendgemaakt tenzij de vennootschap bewijst dat die derden voordien ervan op de hoogte waren. De bekendmaking gebeurt door neerlegging in het vennootschapsdossier en publicatie in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.
De rechtbank van koophandel kan:
of de vereffening onmiddellijk afsluiten;
of de vereffeningswijze bepalen en één of meer vereffenaars aanstellen;
of geen vereffenaar aanwijzen (nieuw) als geen enkele belanghebbende tussenkomt in de procedure om de aanwijzing van een vereffenaar te vorderen binnen de termijn van een jaar (interessant voor kleinere dossiers). De schulden worden dan van rechtswege als oninbaar beschouwd, de activa komen van rechtswege toe aan de Staat en de vereffening wordt geacht te zijn gesloten. De griffie zorgt voor de bekendmaking van de sluiting van de vereffening in het Belgisch Staatsblad.
Bestuurders/zaakvoerders moeten meewerken met vereffenaar
Als er schulden zijn in een vennootschap zijn bestuurders of zaakvoerders verplicht om mee te werken met een curator. Die verplichting tot meewerken geldt voortaan ook wanneer een gerechtelijk vereffenaar wordt aangesteld! Bestuurders en zaakvoerders moeten gevolg geven aan alle oproepingen die zij ontvangen van de vereffenaren en alle vereiste inlichtingen verstrekken. Ze zijn ook verplicht de vereffenaars elke adreswijziging mee te delen.
Wie niet meewerkt, riskeert een beroepsverbod voor drie jaar (maximum).
De gerechtelijk vereffenaar controleert de boekhouding en maakt een balans op.
Als de activa ontoereikend zijn om de kosten ervan te dekken, kunnen de vereffenaars de hulp inroepen van een accountant met het oog op de opmaak van de balans (nieuwe opdracht voor de accountants naar analogie met de faillissementsprocedure).
Bij verlies maatschappelijk kapitaal: vorderingsrecht uitgebreid tot openbaar ministerie
Wanneer het netto-actief van de vennootschap tot onder het minimumkapitaal is gedaald, kan iedere belanghebbende de ontbinding van de vennootschap voor de rechtbank vorderen. Voortaan wordt ook het openbaar ministerie als belanghebbende beschouwd en kan het de vordering tot ontbinding instellen.
Het bedrag van het netto-actief varieert naargelang de vennootschapsvorm:
6.200 euro voor een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (BVBA), een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (CVBA) en een landbouwvennootschap (LV);
61.500 euro voor een naamloze vennootschap (NV);
2.500 euro voor een vennootschap met een sociaal oogmerk.