De Arbeidsovereenkomstenwet bevat geen duidelijke berekeningswijze voor de opzeggingstermijn van “hogere” bedienden. Wil u een zogenaamd “hogere” bediende ontslaan, dan moet u met deze werknemer een akkoord sluiten over de duur van de opzegtermijn. De formule Claeys is al bijna 40 jaar een handig instrument om de opzegtermijn voor “hogere” bedienden te bepalen. De nieuwste versie van de formule is onlangs bekendgemaakt.

Opzeggingstermijn bedienden

De berekening van de opzeggingstermijn van bedienden wordt geregeld door de Arbeidsovereenkomstenwet. De opzegtermijn voor bedienden hangt samen met het brutojaarloon. Men maakt een onderverdeling op basis van het brutojaarloon (geïndexeerde bedragen 2012): 31.467 euro of minder; tussen 31.467 en 62.934 euro; meer dan 62.934 euro.

Voor bedienden met een brutojaarloon lager dan 31.467 euro bedraagt de opzeggingstermijn (voor de werkgever) drie maanden voor elke begonnen periode van 5 jaar anciënniteit.

Voor (hogere) bedienden met een brutojaarloon van 31.467 euro bepaalt de wet dat de opzeggingstermijn (als de werkgever opzegt) niet korter mag zijn dan drie maanden voor elke begonnen periode van 5 jaar anciënniteit. De wet geeft geen enkele aanwijzing over de duur van een passende opzeggingstermijn. Als de partijen niet tot een akkoord komen, moet de rechter zich hierover uitspreken. Advocaat Thierry Claeys ontwikkelde de “formule Claeys” voor het berekenen van de opzeggingstermijn van een ontslagen bediende. Die formule is gebaseerd op een statistische analyse van de rechtspraak. De formule houdt rekening met het loon, de anciënniteit en de leeftijd van de bediende op het ogenblik van het ontslag. De formule wordt geregeld bijgewerkt. Op 10 oktober 2011 is de nieuwe actualisering bekendgemaakt.

Voor de hogere kaderleden mag de werkgever de opzegtermijn bepalen uiterlijk bij de indiensttreding. Die opzegtermijn mag niet korter zijn dan de wettelijke minimumtermijn voor bedienden met een jaarlijkse bezoldiging van maximaal 31.467 euro.

Nieuwe arbeidsovereenkomsten (uitvoering op 1 januari 2012)

Let op. Volgend jaar wijzigen de ontslagregels voor bedienden en arbeiders. De Wet van 12 april 2011 (BS 28 april 2011) stelt dat de opzegtermijnen voor alle bedienden, ook de hogere bedienden, door de wet worden bepaald en dus niet meer door de partijen. Dit is zo voor nieuwe arbeidsovereenkomsten, d.w.z. als de uitvoering ervan ten vroegste op 1 januari 2012 aanvangt. Wanneer de overeenkomst is gesloten, is niet belangrijk. Een arbeidsovereenkomst wordt nog als een oude arbeidsovereenkomst beschouwd, als de werknemer voordien al met dezelfde werkgever was verbonden door een overeenkomst die begon vóór 1 januari 2012; en er niet meer dan 7 dagen tussen beide overeenkomsten liggen. Op deze overeenkomsten zullen de nieuwe ontslagregels niet van toepassing zijn maar zal de formule Claeys dus nog haar nut behouden.

Dit neemt niet weg dat het ontslagrecht in de toekomst nog wijzigingen zal ondergaan in het licht van de eenmaking van de statuten. Het Grondwettelijk Hof heeft immers geoordeeld dat de wettelijke bepalingen inzake de opzeggingstermijnen en de carensdag voor arbeiders in strijd zijn met het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel. De wetgever krijgt van het Hof nog maximaal twee jaar de tijd – tot uiterlijk 8 juli 2013 – om het discriminerende onderdeel uit de arbeidswetgeving te wijzigen en een einde te maken aan het verschil in opzegtermijnen tussen arbeiders en bedienden (arrest nr. 125/2011 van 7 juli 2011).

Formule Claeys 2011

De nieuwe formule Claeys ziet er als volgt uit, voor de bedienden:
met een brutojaarloon < 120.000 euro:

(0,87 × anciënniteit) + (0,055 × leeftijd) + (0,038 × bruto jaarloon/1000) – 1,95
= maanden opzegging

met een brutojaarloon van ≥ 120.000 euro :
(0,87 × anciënniteit) + (0,055 × leeftijd) – (0,0029 × brutojaarloon/1000) + 2,96
= maanden opzegging