De aanslag geheime commissielonen is de laatste jaren onderwerp geweest van talrijke wetswijzigingen en steeds veranderende standpunten van de fiscus. Ook de regering Michel I had in het regeerakkoord al aangekondigd nog eens aan de regeling te willen sleutelen. Resultaat is een nieuwe regeling opgenomen in de programmawet. De wet bevestigt het soepele standpunt dat de fiscus de laatste tijd aannam. De bijzondere aanslag zal nog louter als vangnet worden gebruikt.
Uitgangspunt van de nieuwe regeling
De wetgever gaat er van uit dat de bijzondere aanslag geheime commissielonen enkel een vergoedend karakter mag hebben, en dus eigenlijk geen ‘straf’ zou mogen zijn. Daaruit vloeit voort dat de aanslag minder snel wordt toegepast, namelijk enkel wanneer de genieter van de inkomsten niet kan worden belast en dat het tarief van 309 % verminderd wordt.
Vermelden in aangifte door genieter
Deze uitzondering staat al in de huidige wettelijke regeling (dus vóór de wijziging door de programmawet). Als de verkrijger deze inkomsten netjes vermeldt in zijn aangifte in de personenbelasting, is alles in orde. Er moet dan geen bijkomende aanslag geheime commissielonen meer worden opgelegd.
De programmawet voegt daar nu expliciet aan toe dat ook een correcte buitenlandse aangifte voldoende is om de aanslag uit te sluiten. Dus: de genieter moet de inkomsten niet noodzakelijk in België aangeven, als hij ze ergens maar opneemt in een geldige aangifte.
Identificatie van genieter
De wet voert ook een nieuwe uitzondering in, die een verdere versoepeling inhoudt op de vroegere wettelijke uitzonderingen. Het is niet langer vereist dat de genieter effectief belast wordt op deze inkomsten. Het is dus niet langer nodig dat te bewijzen. Wat wel vereist is om de aanslag te vermijden, is de ondubbelzinnige identificatie van de genieter binnen de twee en half jaar volgend op 1 januari van het betreffend aanslagjaar.
Hier is de versoepeling van de regeling erg duidelijk: van effectieve belasting van de verkrijger naar de identificatie van de verkrijger.
Lager tarief
Naast het feit dat de aanslag minder wordt toegepast, wordt ook het tarief van de aanslag nog eens verlaagd. Een verdere versoepeling dus.
Het tarief daalt van 309 % naar 103 % als de verkrijger een natuurlijk persoon is. Als de verkrijger een rechtspersoon is, daalt het tarief nog verder naar 51,5 %.
Verdoken meerwinsten
Een verdere versoepeling zit in de nieuwe aanpak van verdoken meerwinsten.
Verdoken meerwinsten zullen niet meer aangepakt worden als ze het gevolg zijn van een verwerping van beroepskosten. Daardoor wordt eigenlijk nog enkel echte zwarte omzet door de aanslag op verdoken meerwinsten getroffen.
Kosten blijven aftrekbaar
Hier niets nieuws onder de zon. De kosten die niet op fiches zijn vermeld en die aan de bijzondere aanslag zijn onderworpen, blijven aftrekbaar (zoals ze steeds zijn geweest).
Niet allemaal goed nieuws: bijkomende sancties
Zoals gezegd is het uitgangspunt van de nieuwe regeling dat de aanslag geheime commissielonen enkel een vergoedend karakter mag hebben. Dat laat daarmee de mogelijkheid vrij om bovenop de aanslag toch een sanctie op te leggen, hetzij administratief, hetzij strafrechtelijk.