Ook België heeft voortaan een wettelijke regeling voor bonussen en vertrekvergoedingen van topmanagers van beursgenoteerde vennootschappen. Een nieuwe wet over deugdelijk bestuur legt beursgenoteerde bedrijven en autonome overheidsbedrijven een aantal verplichtingen op zoals het opstellen van een verklaring van deugdelijk bestuur en van een remuneratieverslag. De wet is een omzetting van Europese richtlijnen en aanbevelingen over corporate governance.
We noteren volgende aandachtspunten:
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
Vanaf dit boekjaar moeten vennootschappen waarvan de aandelen toegelaten zijn tot de verhandeling op een gereglementeerde markt (dus enkel vennootshappen genoteerd op de markt Euronext Brussels), in hun jaarverslag een verklaring inzake deugdelijk bestuur opnemen. Die verklaring moet een specifiek onderdeel vormen van het jaarverslag. De vennootschappen moeten er hun praktijken inzake deugdelijk bestuur in toelichten en aanduiden van welke delen van de code zij afwijken en waarom. De wetgever maakt m.a.w. de “comply or explain”-regel wettelijk verplicht.
Remuneratieverslag
Beursgenoteerde vennootschappen zijn vanaf het boekjaar dat start na 23 april 2010 ook verplicht om in hun jaarverslag een afzonderlijk remuneratieverslag op te nemen over de verloning van hun bestuurders en topmanagers. Tot het topmanagement behoren: de leden van het directiecomité, de leden van het orgaan van dagelijks bestuur en de leden van elk comité waar de algemene leiding van de vennootschap wordt besproken, en dat wordt georganiseerd buiten de regeling van het wettelijk directiecomité.
De verplichting om een remuneratieverslag op te stellen, geldt ook voor autonome overheidsbedrijven (Belgacom, De Post, de NMBS, NMBS Holding, Infrabel en Belgocontrol).
Remuneratiecomité
Het remuneratieverslag wordt voorbereid door een remuneratiecomité. De vennootschappen die verplicht zijn om een auditcomité op te richten, worden vanaf het volgend boekjaar ook verplicht een remuneratiecomité op te richten. Het remuneratiecomité is uitsluitend samengesteld uit niet-uitvoerende bestuurders, waarvan de meerderheid onafhankelijke bestuurders zijn. De raad van bestuur moet erop toezien dat het comité beschikt over de nodige deskundigheid op het gebied van remuneratiebeleid. Het remuneratiecomité heeft zuiver adviserende bevoegdheden en komt minstens tweemaal per jaar samen. Het is minstens belast met:
het voorstellen van het remuneratiebeleid voor bestuurders, directieleden, andere leiders en de personen belast met het dagelijks bestuur;
het voorstellen van de individuele remuneratie van bestuurders, directieleden, andere leiders en de personen belast met het dagelijks bestuur;
de voorbereiding van het remuneratieverslag;
de toelichting van het remuneratieverslag op de algemene vergadering.
“Kleine” genoteerde vennootschappen moeten geen afzonderlijk comité oprichten. Dit zijn vennootschappen die op geconsolideerde basis aan ten minste twee van de volgende drie criteria voldoen: een gemiddeld aantal werknemers gedurende het betrokken boekjaar van minder dan 250 personen; een balanstotaal van minder dan of gelijk aan 43.000.000 euro; en een jaarlijkse netto-omzet van minder dan of gelijk aan 50.000.000 euro. Hun raad van bestuur moet dan de taken van het remuneratiecomité uitvoeren en op voorwaarde dat die raad minstens één onafhankelijke bestuurder in zijn midden telt en dat wanneer de voorzitter van de raad van bestuur een uitvoerend bestuurder is, de rol van voorzitter wordt waargenomen door een niet-uitvoerende bestuurder wanneer de raad van bestuur de taken van het remuneratiecomité uitoefent.
Aandelengerelateerde vergoedingen
De wet legt een dwingende “vesting period of “wachtperiode” op voor aandelen en aandelengerelateerde vergoedingen. Aandelen kunnen pas definitief worden verworven en een bestuurder van een beursgenoteerde vennootschap (Euronext Brussels) kan pas aandelenopties of andere rechten om aandelen te verwerven, uitoefenen na een periode van minstens drie jaar na de toekenning ervan. Vennootschappen mogen van deze regeling afwijken mits voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering of wanneer de statuten anders vermelden. Deze regels zijn van toepassing vanaf het boekjaar dat start na 31 december 2010.
Bonussen
Voortaan is ook de variabele vergoeding (bonus) van de uitvoerende bestuurders, de leden van het directiecomité, de leden van het orgaan van het dagelijks bestuur en de andere leiders geregeld. De criteria om van deze vergoeding te kunnen genieten, moeten uitdrukkelijk worden opgenomen in een overeenkomst of in een ander document dat de vennootschap en de betrokkene bindt (bv. een optieplan). De uitbetaling van de variabele vergoeding kan slechts gebeuren indien de criteria over de aangeduide periode werkelijk zijn bereikt.
De prestatiecriteria moeten bovendien een spreiding van de vergoeding in de tijd bewerkstelligen: minstens één vierde van de vergoeding moet zijn gebaseerd op vooraf vastgelegde en objectief meetbare criteria over een periode van minstens twee jaar, en minstens één ander vierde moet gebaseerd zijn op vooraf vastgelegde en objectief meetbare criteria over een periode van minstens drie jaar. Maximum de helft van de variabele vergoeding voor een bepaald prestatiejaar, kan dus worden toegekend op basis van criteria die worden gemeten voor het betrokken prestatiejaar.
De verplichte minimale spreiding in de tijd geldt niet indien de variabele remuneratie één vierde of minder bedraagt van de jaarlijkse remuneratie.
De vennootschappen mogen van deze regeling afwijken mits voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering, of wanneer de statuten anders vermelden.
Deze nieuwe regeling is eveneens van toepassing vanaf het boekjaar dat start na 31 december 2010.
Noteer dat naast deze spreiding van de bonussen in de tijd, onafhankelijke bestuurders in principe worden uitgesloten van het toepassingsgebied. Zij kunnen slechts een variabele vergoeding ontvangen als die vooraf wordt goedgekeurd door de algemene vergadering. Deze regel geldt voor overeenkomsten die worden aangegaan of verlengd vanaf 3 mei 2010.
Vertrekvergoedingen
De discussie over buitensporige vertrekvergoedingen of gouden parachutes sleept al jaren aan. De regering plafonneert nu deze vergoedingen. De vertrekvergoeding van uitvoerende bestuurders, directieleden, andere leiders en iedereen die binnen een beursgenoteerde vennootschap belast is met de dagelijks bestuur mag maximum 12 maanden loon bedragen. Indien die hoger is dan 12 maanden loon of op gemotiveerd advies van het remuneratiecomité hoger dan 18 maanden loon, dan moet de eerstvolgende gewone algemene vergadering die afwijking vooraf goedkeuren. Het verzoek om een hogere vertrekvergoeding toe te kennen, moet 30 dagen voor de publicatiedatum van de oproeping tot de algemene vergadering worden meegedeeld aan de ondernemingsraad, of als er geen is, aan de werknemersafgevaardigden in het Comité voor preventie en bescherming op het werk
of, als dat er niet is, aan de syndicale afvaardiging. Zij kunnen een advies uitbrengen aan de algemene vergadering