Om de naleving van de Europese detacheringsrichtlijn te controleren en af te dwingen, kwam er in 2014 een aangepaste richtlijn. België heeft die richtlijn eind vorig jaar in onze wetgeving omgezet. Door die omzetting zijn belangrijke wijzigingen met betrekking tot detachering van en naar België in werking getreden. Detacherende werkgevers worden verplicht om een verbindingspersoon aan te duiden. En er zijn ook gevolgen voor de werkgevers in de bouwsector.
Een werknemer wordt gedetacheerd wanneer hij door zijn werkgever naar het buitenland wordt gestuurd om er voor een bepaalde tijd te werken. In principe is de duur van de detachering in een ander land niet langer dan twaalf maanden. De werkgever moet dan de arbeidsvoorwaarden zoals arbeidsduur, verlof en welzijn, en de loonvoorwaarden naleven van het land waar hij zijn werknemer naar detacheert. Wanneer de arbeidsvoorwaarden in het land van oorsprong echter gunstiger zijn, mag hij die toepassen. De gedetacheerde werknemer blijft ondertussen onderworpen aan het socialezekerheidsstelsel van het land waar hij gewoonlijk is tewerkgesteld (verordening nr. 883/2004).
De spelregels voor detacheringen werden in 1996 in de Europese detacheringsrichtlijn (richtlijn 96/71/EG) vastgelegd. Die Europese regels gelden voor Belgische bedrijven die hun eigen werknemers naar een ander land sturen maar ook voor buitenlandse bedrijven die werknemers tijdelijk naar België detacheren. Om de naleving van deze regels beter te controleren en af te dwingen, kwam er in 2014 een aangepaste Europese richtlijn (de zgn. handhavingsrichtlijn 2014/67/EU). Met enige vertraging heeft België die richtlijn in nationale wetgeving omgezet (wet van 11 december 2016).
Beschermingsmaatregelen
De nieuwe maatregelen zijn in de eerste plaats gericht op een betere bescherming van de werknemer die vanuit België wordt gedetacheerd naar een andere staat van de Europese Economische Ruimte (EER) of naar Zwitserland.
Via de invoering van een beschermingsprincipe mag een gedetacheerde werknemer die een gerechtelijke of administratieve procedure opstart om de arbeidsvoorwaarden waar hij recht op heeft af te dwingen, geen enkele nadelige behandeling ondervinden van zijn werkgever omwille van deze procedure. Als er effectief sprake van een benadeling is, dan moet de gedetacheerde werknemer zich tot de bevoegde Belgische burgerlijke rechtbanken kunnen richten voor een schadevergoeding.
Aan de hand van niet-exhaustieve lijsten met feitelijke elementen kunnen de sociale inspectie en de rechtbanken werkelijke detacheringsituaties onderscheiden van schijnsituaties.
De eerste lijst van feitelijke elementen heeft betrekking op de beoordeling van het begrip gedetacheerde werknemer en in het bijzonder op het tijdelijk karakter van de door de werknemer in België verrichte prestaties.
De tweede lijst bevat criteria om na te gaan of de werknemer daadwerkelijk substantiële activiteiten in de uitzendstaat verricht (beoordeling van de effectieve vestiging). Bedoeling is om zogenaamde ‘postbusondernemingen’ te weren.
Controlemaatregelen
Alles staat en valt uiteraard met een daadwerkelijke controle. De detacherende werkgever wordt daarom verplicht om voorafgaand aan de detachering een verbindingspersoon aan te duiden (naast de LIMOSA-aangifte). Een verbindingspersoon is een natuurlijke persoon die voor rekening van de werkgever het contact met de ambtenaren van de inspectiediensten verzekert.
De inspectiediensten kunnen vier types van documenten opvragen aan de werkgever die werknemers naar België detacheert: een kopie van de arbeidsovereenkomst van de gedetacheerde werknemer of een gelijkwaardig document; inlichtingen over de voorwaarden van de detachering (bv. voordelen in geld of natura verbonden aan de detachering); een overzicht van de werkuren; en de bewijzen van loonbetaling.
De verbindingspersoon handelt “voor rekening van de werkgever die detacheert”. De werkgever blijft m.a.w. alleen juridisch aansprakelijk voor het bezorgen van de documenten.
De werkgever moet, op verzoek van de inspectie, trouwens een vertaling bezorgen van deze documenten, hetzij in één van de landstalen, hetzij in het Engels.
Aansprakelijkheidsmaatregelen
Voor activiteiten in de bouwsector wordt in de loonbeschermingswet een nieuw regime van hoofdelijke aansprakelijkheid ingevoerd voor de rechtstreekse contractant. De nieuwe regeling geldt voor “alle” in België tewerkgestelde werknemers, dus zowel eigen (nationale) werknemers als gedetacheerde werknemers. Een opdrachtgever of aannemer zal ingeval van gehele of gedeeltelijke niet-betaling van het verschuldigde loon door zijn rechtstreekse (onder)aannemer aan diens werknemers, hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de betaling van het loon binnen deze regeling. Het nieuwe aansprakelijkheidsregime geldt in principe enkel voor toekomstige loonschulden.
Sanctiemaatregelen
Tot slot is ook het Sociaal Strafwetboek aangepast. En via een Europees systeem voor grensoverschrijdende tenuitvoerlegging van administratieve sancties en boetes zullen de Belgische instanties de bedragen van sancties en boetes opgelegd door een andere lidstaat invorderen en overmaken aan de Belgische Schatkist (en vice versa).
Inwerking
De wijzigingen inzake detachering van en naar België zijn op 30 december 2016 in werking getreden.