Voor de neerlegging van de boekjaren die beginnen vanaf 1 januari 2016 gelden er nieuwe groottecriteria en modellen van de jaarrekening. Op de website van de Balanscentrale is een nieuwe versie beschikbaar van de modelformulieren voor ondernemingen. Het gaat om een nieuwe versie van het volledig model, het verkort model en het nieuwe micromodel.

Standaardmodellen voor boekjaren die aanvangen vanaf 1 januari 2016

Er zijn drie standaardmodellen van toepassing in functie van de grootte van de onderneming.

Een ‘kleine onderneming’ is een onderneming die op datum van het laatst afgesloten boekjaar, niet meer dan één van de volgende limieten overschrijdt tijdens de twee laatst afgesloten boekjaren:

jaargemiddelde van het personeelsbestand: 50;

jaaromzet (exclusief btw): 9.000.000 EUR;

balanstotaal: 4.500.000 EUR.

Kleine, niet beursgenoteerde ondernemingen mogen voor het opmaken en neerleggen van hun jaarrekening het verkort model (VKT) gebruiken.

Het verkort model voor kleine vennootschappen

Het verkort model voor ondernemingen bestaat uit:

de identificatiegegevens van de onderneming en de jaarrekening (sectie VKT 1);

de volledige lijst van de bestuurders, zaakvoerders en commissarissen (sectie VKT 2.1) en de identiteit van de externe accountants, bedrijfsrevisoren, erkende boekhouders of erkende boekhouders-fiscalisten die een opdracht hebben uitgevoerd met betrekking tot de jaarrekening van de onderneming (sectie VKT 2.2);

de jaarrekening met: de balans (secties VKT 3.1 en VKT 3.2); de resultatenrekening (sectie VKT 4); de tabel met de resultaatverwerking (sectie VKT 5); en de toelichting (sectie VKT 6);

andere overeenkomstig het Wetboek van Vennootschappen neer te leggen documenten: de inlichtingen omtrent de deelnemingen (sectie VKT 7.1) en de lijst van ondernemingen waarvoor de onderneming onbeperkt aansprakelijk is (sectie VKT 7.2); de aandeelhoudersstructuur (sectie VKT 8); de andere overeenkomstig het artikel 100 van het Wetboek van Vennootschappen te vermelden inlichtingen (sectie VKT 9); in voorkomend geval, het jaarverslag (sectie VKT 10); in voorkomend geval, het verslag van de commissarissen (sectie VKT 11); en de sociale balans (sectie VKT 12).

In de toelichting (van de drie modellen) is een sectie ‘Andere in de toelichting te vermelden inlichtingen’ (sectie VKT 6.9) toegevoegd, die niet elders zijn opgenomen.
Voor het verkort model noteren we ook nog volgende wijzigingen.

Balans:

de ‘oprichtingskosten’ zijn uit de immateriële activa gehaald (sectie VKT 3.1);

een uitsplitsing van de voorzieningen voor risico’s en kosten is toegevoegd aan het passief (sectie VKT 3.2).

Resultatenrekening en resultaatverwerking:

er werden 5 nieuwe rubrieken opgenomen: niet-recurrente opbrengsten en bedrijfskosten, kapitaalsubsidies en interesten, niet-recurrente opbrengsten en financiële lasten (sectie VKT 4);

een rubriek ‘werknemers’ is toegevoegd aan de uitsplitsing van de uit te keren winst (VKT 5).

Toelichting en deel 3 van het model:

de staat van het kapitaal is beperkt tot informatie over de eigen aandelen (sectie VKT 6.2);

de bijlage over de voorzieningen voor risico’s en kosten is afgeschaft;

de vervallen schulden ten aanzien van de RSZ in deel 3 van het model zijn verplaatst (sectie VKT 9);

in deel 3 van het model toevoegen: het bedrag van de kapitaal- en interestsubsidies toegekend of aangerekend door de overheid (sectie VKT 9);

de resultatenrekening wordt beperkt tot 2 rubrieken: gemiddeld personeelsbestand (code 9087) en de geactiveerde interesten (code 6503), waarbij de uitsplitsing van de niet-recurrente opbrengsten en kosten eraan wordt toegevoegd (sectie VKT 6.4);

informatie over de aanvullend pensioenregimes in het voordeel van de bestuurders en het personeel toevoegen (sectie VKT 6.5);

afschaffing van de rubriek ‘vorderingen op verbonden ondernemingen’; de rubrieken over de waarborgen en verplichtingen hebben ook effect op zowel de verbonden ondernemingen als op de geassocieerde ondernemingen (sectie VKT 6.6);

een uitsplitsing van de transacties afgesloten buiten de normale marktvoorwaarden toevoegen (sectie VKT 6.6).

Het micromodel voor microvennootschappen

Door de omzetting van de boekhoudrichtlijn 2013/34/EU is een nieuwe subcategorie van kleine vennootschappen ingevoerd: de microvennootschappen. Een ‘microvennootschap’ is een kleine onderneming die noch moeder, noch filiaal is, en die niet meer dan één van de onderstaande criteria overschrijdt: jaargemiddelde van het personeelsbestand: 10; jaaromzet (exclusief btw): 700.000 EUR; balanstotaal: 350.000 EUR. Kleine, niet-beursgenoteerde ondernemingen, die aan deze criteria beantwoorden, mogen een micromodel (MIC) met minimale toelichtingen gebruiken. Zie: “Nieuwe modellen voor neerlegging jaarrekening: het micromodel”, augustus 2016.

Tijdstip

Vanaf de zomer 2016 mogen de jaarrekeningen voor de boekjaren die beginnen vanaf 1 januari 2016 worden neergelegd in PDF-formaat; in XBRL-formaat zal dit kunnen vanaf 1 april 2017.

Klik hier voor het verkort model voor ondernemingen (word versie):

Nederlandse versie

Franse versie

Duitse versie