Als uw werknemer schulden heeft, dan kan het gebeuren dat een schuldeiser zich tot de werkgever richt om een deel van het loon van de werknemer aan hém te storten, in plaats van aan de werknemer. Er zijn echter grenzen aan die beslaglegging en die grenzen worden elk jaar geïndexeerd.

Soorten loonbeslag

Traditioneel wordt er een onderscheid gemaakt tussen het uitvoerend derdenbeslag en het bewarend derdenbeslag. Zoals u al uit de benaming kan afleiden moet u als werkgever, bij een bewarend beslag de betrokken sommen blokkeren en mag u ze niet uitkeren aan de werknemer. Bij een uitvoerend beslag moet u niet alleen de sommen blokkeren, maar moet u ze ook doorstorten aan de rechthebbende schuldeiser.

De overdracht van het loon zal vaak voortvloeien uit een overeenkomst, afgesloten tussen de werknemer en een andere persoon (bijvoorbeeld een financieringsinstelling), waarbij de werknemer het overdraagbare deel van zijn loon, in eigendom overdraagt. Hierdoor wordt die financier, eigenaar van het loon en wordt hij meteen ook de schuldeiser van de werkgever.

Wat is loon?

Het Gerechtelijk Wetboek omschrijft ‘loon’ als: bedragen uitgekeerd ter uitvoering van een arbeidsovereenkomst, een leerovereenkomst, een statuut, een abonnement, alsmede die welke worden uitgekeerd aan personen die tegen loon onder het gezag van een ander persoon arbeid verrichten buiten een arbeidsovereenkomst en het vakantiegeld uitgekeerd krachtens de wetgeving op de jaarlijkse vakantie.

Worden bijvoorbeeld bedoeld:
• het eigenlijke loon (na aftrek van de RSZ-bijdrage, de bedrijfsvoorheffing en andere inhoudingen zoals de groepsverzekering)
• commissielonen
• opzeggingsvergoedingen
• eindejaarspremies of de dertiende maand, en
• vakantiegeld.
Maar ook werkloosheidsuitkeringen, uitkeringen die betaald worden door de fondsen voor bestaanszekerheid, uitkeringen wegens arbeidsongeschiktheid, onderbrekingsuitkeringen bij onderbreking van de beroepsloopbaan, enz. vallen onder dit begrip.

Het Gerechtelijk Wetboek bepaalt ook wat niet vatbaar is voor beslag, namelijk: de gezinsbijslagen, de tegemoetkomingen aan mindervaliden, de bedragen uitgekeerd door OCMW’s…

Grenzen

Het bedrag waarop beslag mag worden gelegd, is geplafonneerd. Om de werknemer een minimuminkomen te garanderen kan een percentage van het loon niet geblokkeerd worden. Dat percentage is afhankelijk van de hoogte van het inkomen. Het bedrag waaronder het loon volledig vatbaar is voor beslag of overdracht wordt jaarlijks geïndexeerd.

Vanaf 1 januari 2022 gelden de volgende loondrempels. We vermelden eerst het netto maandinkomen in 2022, in euro, en vervolgens het percentage van de beroeps- of vervangingsinkomsten dat vatbaar is voor beslag of overdracht:

Beroepsinkomsten:
• tot 1.186: 0%
• 1.186,01 – 1.274: 20%
• 1.274,01 – 1.406: 30%
• 1.406,01 – 1.538: 40%
• meer dan 1.538: 100%

Vervangingsinkomsten:
• tot 1.186: 0%
• 1.186,01 – 1.274: 20%
• 1.274,01 – 1.538: 40%
• meer dan 1.538: 100%

Deze loondrempels worden verhoogd met 73 euro per kind ten laste.

Een kind is een persoon ten laste als het inkomen van het kind in 2020 onder het volgende bedrag blijft, afhankelijk van zijn status:
• samenwonende: 3.340 euro
• alleenstaande: 4.825 euro
• gehandicapt kind: 6.117 euro

Een kind is een persoon ten laste als het inkomen van het kind in 2020 onder het volgende bedrag blijft, afhankelijk van zijn status:
• samenwonende: 3.340 euro
• alleenstaande: 4.825 euro
• gehandicapt kind: 6.117 euro

Corona

In 2020 en begin 2021 werden de drempels voor beslag tijdelijk met 20% verhoogd, in het kader van een betere bescherming tegen de economische gevolgen van de coronacrisis. Sinds 1 oktober 2021 is die verhoging niet meer van toepassing.