In de Wet op de arbeidsovereenkomsten vindt u loonbedragen die een invloed hebben op de duur van opzeggingstermijnen en de geldigheid van verschillende bedingen in het arbeidscontract. De loongrenzen worden jaarlijks geïndexeerd op 1 januari.

Belang geïndexeerde loongrenzen

Vanaf 1 januari 2013 bedragen de geïndexeerde loongrenzen:
– 32.254 euro in plaats van 31.467 euro (2012);
– 38.665 euro in plaats van 37.721 euro (2012);
– 64.508 euro in plaats van 62.934 euro (2012).

De loonbedragen hebben een invloed op:

de duur van de opzeggingstermijn;

de duur van de proefperiode;

de geldigheid van het scheidsrechterlijk beding;

de geldigheid van het niet-concurrentiebeding;

de geldigheid van het scholingsbeding;

de geldigheid van de borgtocht;

het recht op sollicitatieverlof.

Opzeggingstermijn lagere bedienden

Voor bedienden met een jaarloon van minder dan of gelijk aan 32.254 euro is de opzeggingstermijn gelijk aan 3 maanden per begonnen schijf van 5 jaar anciënniteit. Als de opzeg uitgaat van uw bediende, bedraagt de opzeggingstermijn 1,5 maanden gedurende de eerste 5 jaar anciënniteit, daarna maximum 3 maanden.

Opzeggingstermijn hogere bedienden

Voor bedienden met een jaarloon van meer dan 64.508 euro voor het eerste jaar van tewerkstelling, kan u de opzeggingstermijn schriftelijk vastleggen voor de aanvang van de tewerkstelling. De overeenkomst over de opzeggingstermijn vóór aanvang van de tewerkstelling moet wel de minimumtermijn voor lagere bedienden garanderen.

U weet intussen dat er sinds 2012 nieuwe opzegtermijnen gelden voor hogere bedienden met arbeidsovereenkomsten waarvan de uitvoering aanvangt vanaf 1 januari 2012.

Voor bedienden met contracten van vóór 1 januari 2012 en met een jaarloon van meer dan 32.254 euro, stelt u de opzeggingstermijn vast bij overeenkomst ten vroegste op het ogenblik van de opzegging of bepaalt de rechter de termijn. De formule Claeys geldt dan meestal als maatstaf voor het bepalen van de termijn. Als de opzeg uitgaat van de bediende, moet die rekening houden met de volgende opzeggingstermijnen: maximum 4,5 maanden als het jaarlijks loon ligt tussen 32.254 euro en 64.508 euro en maximum 6 maanden als het jaarlijks loon 64.508 euro overschrijdt.

De opzegtermijnen voor bedienden met contracten die zijn aangevangen vanaf 1 januari 2012 en met een jaarloon van meer dan 32.254 euro, worden door de wet bepaald en in dagen uitgedrukt. De opzegtermijnen voor de werkgever worden:

91 dagen (3 maanden) voor bedienden die minder dan 3 jaar in dienst zijn;

120 dagen voor bedienden die 3 maar minder dan 4 jaar in dienst zijn;

150 dagen voor bedienden die 4 maar minder dan 5 jaar in dienst zijn;

182 dagen voor bedienden die 5 maar minder dan 6 jaar in dienst zijn;

30 dagen per begonnen jaar anciënniteit voor bedienden die 6 jaar of meer in dienst zijn.

Tegenopzegging

Wanneer uw bediende een opzeg moet presteren maar nog vóór het einde van die  opzeggingstermijn een nieuwe betrekking vindt, kan hij een tegenopzegging betekenen.
De tegenopzeg door de bediende is gelijk aan 1 maand (jaarloon = max. 32.254 euro), 2 maanden (jaarloon tussen 32.254 euro en 64.508 euro) en moet tussen partijen worden overeengekomen met een maximum termijn van 4 maanden bij een jaarloon van meer dan  64.508 euro.

Proefperiode

Heeft uw bediende voor het eerste jaar van tewerkstelling een jaarloon van ten hoogste 38.665 euro, dan bedraagt de maximale proeftermijn 6 maanden. Boven een jaarloon van 38.665 euro, mag u maximaal 12 maanden proeftermijn overeenkomen.

Scheidsrechterlijk beding

Scheidsrechterlijke bedingen zijn alleen wettelijk voor een bijzondere categorie van bedienden: bedienden met een jaarloon van meer dan 64.508 euro die belast zijn met het dagelijks beheer van de onderneming of die in een afdeling beheersverantwoordelijkheid hebben die kan worden vergeleken met die voor de hele onderneming. Voor andere werknemers mag u niet vooraf afspreken om scheidsrechters te laten beslissen over geschillen.

Niet-concurrentiebeding

Een concurrentiebeding is alleen geldig als het jaarloon bij ontslag minstens 32.254 euro bedraagt. Heeft uw werknemer een jaarloon tussen 32.254 euro en 64.508 euro, dan kan het bovendien enkel voor functies vastgesteld bij een sectorale cao of bij een ondernemingscao. Bedraagt het jaarloon meer dan 64.508 euro, dan kan u het concurrentiebeding altijd toepassen, behalve voor de functies uitgesloten bij cao. Voor handelsvertegenwoordigers kan u concurrentiebedingen opstellen vanaf een jaarloon hoger dan 32.254 euro.

Scholingsbeding

Het scholingsbeding is elk beding waarbij de werknemer, die tijdens de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst een specifieke vorming volgt op kosten van de werkgever, zich ertoe verbindt om aan zijn werkgever een gedeelte van de vormingskosten terug te betalen als hij de onderneming verlaat voor het einde van de overeengekomen periode. Een scholingsbeding kan u slechts afsluiten voor werknemers met een jaarloon van meer dan 32.254 euro.

Borgtocht

U kan van uw werknemer in bepaalde gevallen een borgtocht vragen ter garantie van zijn verplichtingen. Het bedrag van de borgtocht mag niet meer belopen dan respectievelijk 1 of 3 maanden loon naargelang het jaarlijks loon niet hoger is dan 38.665 euro.

Sollicitatieverlof

Tijdens zijn opzeggingstermijn heeft uw bediende recht op sollicitatieverlof om een nieuwe job te zoeken. Hij of zij mag één of tweemaal per week en maximaal één arbeidsdag per werkweek afwezig zijn. Bedienden met een jaarloon van meer dan 32.254 euro kunnen hiervan maar ten volle gebruik maken de laatste 6 maanden van hun opzeggingstermijn. Voor die termijn mogen zij slechts een halve dag per week sollicitatieverlof nemen.