Binnenkort is het weer tijd om uw aangifte PB in te vullen. Zoals elk jaar gidsen wij u daarom eerst graag kort door de aangifte. Want, hoewel de fiscus aankondigt dat er dit jaar maar enkele nieuwe codes bijkomen, verandert er eigenlijk meer dan op het eerste gezicht lijkt. We lichten de belangrijkste nieuwigheden toe.

De deadlines

Maar eerst het belangrijkste: de deadlines.

Indienen op papier moet tegen uiterlijk 28 juni 2019.

Online heeft u tijd tot 11 juli 2019.

Via mandataris heeft u tijd tot 24 oktober 2019.

Nieuwe belastingverminderingen

Het afgelopen jaar heeft de overheid een aantal nieuwe belastingverminderingen ingevoerd. Deze verminderingen kunt u dit aanslagjaar voor het eerst krijgen voor uitgaven die u deed in 2018. U vindt de nieuwe codes terug in vak X.

POZ of pensioenovereenkomst voor zelfstandigen (code 1342 en 2342): de POZ is een nieuw instrument voor zelfstandigen om een extra pensioen op te bouwen naast het bestaande VAPZ. Een zelfstandige heeft recht op een belastingvermindering van 30 % op de bijdragen die hij betaalde aan zijn POZ.

Duaal pensioensparen (1361 en 2361): u kunt kiezen of u 960 euro spaart voor een belastingvermindering van 30  % of 1.230 euro aan 25 %. Welk bedraagt u ook spaart, u vult ze in dezelfde code in. De fiscus kijkt dan naar het bedrag dat u werkelijk heeft gespaard om te beoordelen op welk percentage u recht heeft.

Aandelen van groeibedrijven (code 1334 en 2334): u kon al investeren in startende ondernemingen (eerste vier jaar na de oprichting), maar kunt nu ook geld steken in groeibedrijven (van vijf tot tien jaar na oprichting). U heeft recht op een belastingvermindering van 25 % van uw investering tot maximaal 25.000 euro.

Privak-verliezen (code 1329 en 2329): leed u een verlies of minderwaarde bij de volledige liquidatie van een privak opgericht na 2017, dan kunt u dat verlies tot maximaal 25.000 euro inbrengen. 25 % van dat verlies recupereert u dan via de belastingaangifte.

Adoptie (code 1341): de kosten de u de laatste vijf jaar maakte tijdens een adoptieprocedure geeft recht op de vermindering in het jaar waarin de procedure wordt afgesloten (20 % van de uitgaven met een maximale vermindering van 6.150 euro).

Belastingvrijstelling van dividenden

Ontvangt u dividenden van aandelen, dan zijn de eerste 640 euro daarvan vrijgesteld. De uitkerende vennootschap zal wel roerende voorheffing inhouden. U moet dus zelf de vrijstelling vragen in de aangifte (code 1437 en 2437).

Meldplicht taks op de effectenrekening

Was u in 2018 titularis van meer dan één effectenrekening, dan moet u dat melden in code 1072/2072 van de aangifte.

Drie manieren om onbelast bij te verdienen

Sinds vorig jaar kunt u op drie manieren (in totaal tot 6.130 euro) onbelast bijverdienen:

In de deeleconomie (via een erkend platform).

In het verenigingswerk.

Met burgerdiensten.

Voor verenigingswerk en burgerdiensten registreert u zich eerst op bijklussen.be. Voor deze twee activiteiten is er ook een maandgrens van 510,83 euro (in 2019: 520,83).

Blijft u onder deze drempels, dan zijn de inkomsten vrijgesteld en hoeft u ze niet aan te geven. Overschrijdt u de maandgrens voor het verenigingswerk of de burgerdiensten, of overschrijdt u de jaargrens (voor de drie activiteiten samen), dan worden de inkomsten gewone belastbare beroepsinkomsten, tenzij u kunt bewijzen dat het gaat om diverse inkomsten (code 1460 en 2460). Ook die zijn belastbaar, maar aan een lager tarief (33 %).

Beroepskostenforfait voor zelfstandigen met winst

Zelfstandigen met winst kunnen vanaf nu ook kiezen voor een beroepskostenforfait in plaats van het bewijzen van hun werkelijke kosten. Het forfait bedraagt 30 % van hun inkomsten met een maximum van 4.720 euro.

Stopzettingsmeerwaarde

Stopzettingsmeerwaarden op materiële vaste activa zijn vanaf 2018 nog slechts belastbaar tegen 10 % wanneer de meerwaarde gerealiseerd is bij de definitieve stopzetting van de zelfstandige activiteit vanaf de leeftijd van 60 jaar of overlijden, ofwel bij gedwongen definitieve stopzetting n.a.v. een schadegeval, handicap, onteigening, enz. In andere omstandigheden blijft de stopzettingsmeerwaarde belast tegen 16,5 %.

Stopzettingsmeerwaarden op immateriële vaste activa zijn eveneens tegen 10 % belastbaar op voorwaarde dat de meerwaarde gerealiseerd was ofwel bij de definitieve stopzetting van de zelfstandige activiteit vanaf de leeftijd van 60 jaar of overlijden, ofwel bij gedwongen definitieve stopzetting en op voorwaarde dat de meerwaarde niet meer bedraagt dan de nettowinst of -baten van de vier jaren die aan de stopzetting voorafgaan. De stopzettingsmeerwaarden die onder dit gunstig tarief vallen, geeft u aan  in de nieuwe codes  1686 en 2686.