Outplacement is geen onbekend begrip. Maar bent u verplicht om ontslagen arbeiders en bedienden outplacementbegeleiding aan te bieden? Vanaf dit jaar wordt het recht op outplacement veralgemeend en is outplacement niet enkel verplicht voor werknemers ouder dan 45 en bij herstructureringen.
Recht op outplacement
Outplacement is een geheel van begeleidende diensten en adviezen die in opdracht van de werkgever aan de werknemer worden verleend zodat hij binnen een zo kort mogelijke termijn een nieuwe betrekking kan vinden of een beroepsbezigheid als zelfstandige kan ontplooien. Het is bedoeld voor de werknemers uit de privésector, niet voor ambtenaren. De begeleidingsdiensten worden verstrekt door een outplacementbureau. Die diensten kunnen individueel of in groep worden verleend. De begeleiding gebeurt op vraag van en voor rekening van de werkgever. Er is een onderscheid tussen outplacementbegeleiding dat wettelijk wordt opgelegd en outplacement die vrijwillig wordt aangeboden. Wanneer outplacementbegeleiding niet wettelijk verplicht is maar toch wordt aangeboden, profileert u zich als een sociaal voelend bedrijf. Tijdens de begeleiding zal men de werknemers steunen bij de verwerking van het ontslag; zijn competenties, sterktes en zwaktes in kaart brengen; sollicitatietraining aanbieden; en de sollicitatie-ervaringen opvolgen via evaluaties en gesprekken.
Nieuwe outplacementregeling
Outplacement was enkel verplicht voor werknemers ouder dan 45 jaar en bij herstructureringen. Vanaf 1 januari 2014 moet u outplacement aanbieden wanneer u de arbeidsovereenkomst van uw werknemer beëindigt en de opzegtermijn of opzegvergoeding ten minste 30 weken dekt. Dit recht op outplacement is niet van toepassing op werknemers die worden ontslagen in het kader van een herstructurering en op werknemers die om dringende reden worden ontslagen (2 uitzonderingen). Ook de bestaande regeling (cao 82) voor werknemers van 45 jaar en ouder met 1 jaar anciënniteit blijft bestaan. Werknemers van 45 jaar en ouder met een opzegtermijn of vergoeding van minder dan 30 weken kunnen geen aanspraak maken op de nieuwe regeling.
Onder de nieuwe outplacementregeling is de leeftijd van de werknemer niet langer de algemene regel. Wel maakt men een onderscheid tussen 2 situaties: uw werknemer moet een opzegtermijn presteren (1) en uw werknemer wordt ontslagen met een opzegvergoeding (2).
(1) Een werknemer die een opzegtermijn van ten minste 30 weken presteert, heeft recht op een ontslagpakket van 60 uur outplacement die wordt aangerekend op het sollicitatieverlof en een opzegtermijn van ten minste 30 weken.
(2) Een werknemer die wordt ontslagen met een opzegvergoeding van ten minste 30 weken of een vergoeding die daarmee overeenstemt heeft recht op 60 uur outplacement, gewaardeerd op 4 weken loon en een compenserende opzegvergoeding van ten minste 30 weken (of het saldo ervan) waarvan de 4 met de outplacement overeenstemmende weken worden afgetrokken.
De outplacementbegeleiding is verdeeld in 3 periodes van 20 uren verdeeld over een tijdsbestek van maximaal 12 maanden.
Een outplacementaanbod gebeurt schriftelijk. U moet uiterlijk 15 dagen na het einde van de arbeidsovereenkomst (geval 2) of uiterlijk 4 weken na het begin van de opzegtermijn (geval 1) een aanbod richten aan uw werknemer. Uw werknemer heeft 4 weken de tijd om dit aanbod al dan niet schriftelijk te aanvaarden. De werknemer die uw outplacementaanbod weigert, ontslaat u van verdere verplichtingen.
Een onderbroken outplacementprocedure kan worden hervat waar ze werd stopgezet als de werknemer die een nieuwe baan vindt, die baan binnen de 3 maanden opnieuw verliest.
Sanctie bij niet aanbieden van outplacement
De werkgever draagt de financiële last van het outplacement, behalve in sectoren waarin het sociaal fonds de begeleiding financiert. Als u geen outplacement aanbiedt aan een ex-werknemer die daar recht op heeft, moet u een bijdrage (boete van 1.800 euro) betalen aan de RVA die met dat geld zelf outplacementbegeleiding regelt.