Telt uw bedrijf gemiddeld meer dan 100 werknemers? Dan bent u verplicht deel te nemen aan de enquête woon-werkverkeer 2014 van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer. Die anonieme enquête peilt onder andere naar de woon-werkverplaatsingen van uw werknemers en de bereikbaarheid van uw onderneming met diverse vervoermiddelen. De enquête van 2014 is gestart op 1 juli 2014 en eindigt op 31 januari 2015. Ze analyseert de toestand op 30 juni 2014.
In 2014 zijn er voor bedrijven twee verplichtingen op het vlak van mobiliteit: een regionale verplichting (Brussels gewest) en een federale verplichting (Diagnostiek woon-werkverkeer).
Brussels bedrijfsvervoerplan
Brusselse bedrijven en instanties met meer dan 100 personeelsleden moeten dit jaar een verplichte update doen van hun bedrijfsvervoerplan met mobiliteitsgegevens (aantal wagens en parkeerplaatsen, vervoerswijzen van de werknemers en bezoekers, enz.) en actieplan. Brusselse bedrijven met meer dan 200 werknemers moeten de update elektronisch indienen vóór 15 oktober 2014 bij het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM). Voor bedrijven tussen de 100 en 200 personeelsleden is de deadline 15 januari 2015.
Federale diagnostiek woon-werkverkeer
De federale regering organiseert al voor de vierde keer de Diagnostiek woon-werkverkeer om gegevens over woon-werkverplaatsingen te verzamelen en op die manier een duurzame woon-werkmobiliteit te stimuleren. De vorige enquêtes dateren van 2005, 2008 en 2011. De gegevens hebben enkel betrekking op het woon-werkverkeer van de werknemers en niet op het vrachtvervoer of zakelijk verkeer dat door of voor uw onderneming wordt georganiseerd. Er worden inlichtingen opgevraagd over het aantal werknemers op de vestiging, de organisatie van de arbeidstijd, de verplaatsingswijzen van de werknemers, de bereikbaarheid van de onderneming, de bestaande of geplande maatregelen voor het mobiliteitsbeheer en de specifieke mobiliteitsproblemen. Om uw taak te vergemakkelijken, is de enquête vereenvoudigd. Zo moet u voortaan niet meer alle details geven over de uurroosters van uw werk¬nemers.
Alle werkgevers uit de private sector (ondernemingen, vzw’s, …) en de publieke sector (federale overheidsdiensten, gewesten, gemeenten, scholen, ocmw’s, …), die gemiddeld meer dan 100 werknemers tewerkstellen, moeten om de drie jaar deze enquête invullen. Heeft u meerdere vestigingen, dan moet u enkel een verslag opmaken voor de vestigingen met gemiddeld minstens 30 werknemers.
De bedoeling van de enquête is een gedragswijziging teweegbrengen bij werknemers en werkgevers zodat we minder een beroep doen op de auto voor onze woon-werkverplaatsingen en meer gebruik zouden maken van alternatieve vervoersvormen zoals de fiets en het openbaar vervoer. De belangrijkste vaststelling uit de enquête over het woon-werkverkeer 2011 is dat het autogebruik opnieuw stijgt, terwijl het aandeel carpoolers blijft dalen. De beschikbaarheid van parkeerplaatsen speelt een grote rol in de modale keuze van de werknemers. De bereikbaarheid van de vestigingseenheid met het openbaar vervoer heeft ook een grote impact op de gebruikte modus. Bij werkgevers die het fietsgebruik stimuleren – bijvoorbeeld door het toekennen van een fietsvergoeding – is er een positieve invloed op het aandeel fietsers. En de populairste maatregel om carpoolen te bevorderen, is het aansluiten op een centrale carpooldatabank. Ook al zijn dit voor de hand liggende resultaten, uit recent onderzoek blijkt dat buitenlandse investeerders meer en meer geneigd zijn om ons land links te laten liggen wegens onder andere een gebrekkige mobiliteit dus dit onderstreept het belang en nut van dergelijke onderzoeken.
Voorbereiding en verzending vragenlijst woon-werkverkeer
Bij de voorbereiding van de enquête gebruikt u best de papieren vragenlijst. De eigenlijke vragenlijst wordt ingevuld en verzonden via een internettoepassing, die toegankelijk is via de codes van het portaal van de sociale zekerheid (Dimona, DMFA). De toepassing is beschikbaar sinds begin juli tot en met 31 januari 2015.
U kan de enquête ook laten invullen via uw sociaal secretariaat.
Pas na advies van de ondernemingsraad (privésector) of het overlegorgaan (publieke sector), of bij gebrek daaraan de vakbondsvertegenwoordiging, mag u de ingevulde vragenlijst verzenden naar de Federale Overheidsdienst (FOD) Mobiliteit en Vervoer. De overlegorganen hebben 2 maanden de tijd om hun advies te geven. Is er geen ondernemingsraad, overlegcomité of vakbondsafvaardiging, dan moeten de werknemers op de hoogte worden gebracht van de resultaten van de enquête.
Gepersonaliseerd verslag
De FOD Mobiliteit en Vervoer zal per vestigingseenheid via een ‘nieuwe website’ een gepersonaliseerd verslag opstellen met de cijfers van de vestigingseenheid sinds 2005, met statistische informatie zoals het bedrijfsprofiel, evolutie van maatregelen voor duurzame mobiliteit in het bedrijf, praktische aspecten en voorstellen van maatregelen (zoals aanbevolen mobiliteitsmaatregelen, fiscale mogelijkheden en nuttige links).
De richtlijnen die verschillen van de vorige edities, kan u raadplegen op mobilit.belgium.be