De steun die kmo’s kunnen ontvangen voor ondernemingsadvies bedraagt voortaan nog maximum 2.500 euro. Het succes van dergelijke subsidies is zo groot dat de Vlaamse overheid beslist heeft om het bedrag te halveren. Alleen op die manier kan ze vermijden dat het voorziene budget vroegtijdig opraakt. Daarnaast moeten kmo’s nu ook een extra voorwaarde voldoen: er mag geen relatie zijn tussen de kmo en de dienstverlener.
Adviessubsidie maximum nog 2.500 euro
Kmo’s kunnen financiële steun aanvragen bij de overheid, via de kmo-portefeuille. Er bestaan in totaal meer dan 450 verschillende maatregelen. Eén van die maatregelen is een subsidie voor algemeen advies over ondernemen. Concreet kan een kmo 50 procent terugkrijgen van de kosten die ze doet om advies te vragen over bijvoorbeeld een statutenwijziging, een communicatieplan of een marketingplan.
Er is wel een maximumbedrag voorzien.
Dat maximumbedrag bedraagt voortaan 2.500 euro per onderneming per jaar. Dat is de helft van het vroegere maximum.
Deze beperking geldt alleen voor de pijler algemeen advies over ondernemen. Voor de pijlers opleiding, advies voor internationaal ondernemen, technologieverkenning en strategisch advies zijn er geen veranderingen.
De nieuwe regels gelden vanaf 17 augustus 2010. Dat betekent dat alle aanvragen die ingediend zijn vóór die datum, wel nog van het maximum van 5.000 euro kunnen genieten. De kmo’s die hun aanvraag hebben ingediend na 17 augustus 2010, kunnen nog maximum 2.500 euro krijgen.
Er mag geen relatie zijn tussen kmo en dienstverlener
Kmo’s mogen alleen steun vragen aan ondernemingen waar ze zelf geen band mee hebben. De regels hiervoor zijn zeer streng. Zo kan de kmo geen subsidie ontvangen in één van volgende situaties.
De adviesverlenende onderneming heeft stemrechten of kapitaal van de kmo in handen.
De kmo heeft stemrechten of kapitaal van de adviesverlenende ondernming in handen.
De kmo en dienstverlenende onderneming hebben een gemeenschappelijke zaakvoerder, bestuurder, werknemer of aandeelhouder.
De zaakvoerders, bestuurders of aandeelhouders van de kmo en de dienstverlener zijn met mekaar getrouwd of wonen samen.
De zaakvoerders, bestuurders of aandeelhouders van de kmo en de dienstverlener zijn bloedverwanten tot de tweede graad; dus moeder, vader, broer, zus, grootouder of kleinkind.
Op basis van deze regels komen in principe alle vennootschappen van eenzelfde groep niet in aanmerking om advies te verlenen. In het verleden zijn er misbruiken geweest waarbij de kmo zogenaamd steun gaat vragen aan een onderneming van dezelfde groep en hiervoor een subsidie ontvangt terwijl de diensten niet effectief geleverd worden. Ook personen die een nauwe band hebben met mekaar worden hier geviseerd.
Deze strenge verwantschapsregels gelden voor alle diensten die het ondernemerschap bevorderen. Bijgevolg gelden die beperkingen ook voor de pijlers opleiding, advies voor internationaal ondernemen, technologieverkenning en strategisch advies.