Betalingsvertragingen zijn nefast voor uw onderneming. Een duidelijk juridisch kader voor betalingen tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven en overheden is dan ook onmisbaar. De interestvoet voor betalingsachterstand bij deze handelstransacties bedraagt 8% tussen 1 juli en 31 december 2016. Tot eind juni was dat nog 8,5%.
Verwijlinteresten: contractueel of wettelijk regime
De termijn waarbinnen een handelstransactie moet worden betaald, wordt in principe vastgelegd in het contract. Zegt het contract hierover niks, dan geldt het wettelijke regime. De wet betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties zegt dat een handelstransactie binnen de 30 dagen moet worden betaald. Na die 30 dagen beginnen er automatisch verwijlinteresten te lopen, dus geen ingebrekestelling of officiële brief vereist. De minister van Financiën legt die interestvoet om de 6 maanden vast. De basis hiervoor is de rentevoet die de Europese Centrale Bank aanrekent voor haar basisherfinancieringstransacties. De halfjaarlijkse aanpassing van de interestvoet bij betalingsachterstand in handelstransacties verschijnt in het Belgisch Staatsblad.
Het wettelijke regime wordt toegepast op transacties tegen betaling tussen:
ondernemingen onderling (ook tussen vrije beroepers); en
ondernemingen en overheidsinstanties, als de overheid de schuldenaar is en de regels voor overheidsopdrachten of concessies niet van toepassing zijn (bv. voor zeer kleine overheidsopdracht van minder dan 8.500 euro).
De transactie moet bestaan uit een levering van goederen, het verrichten van een dienst, of het ontwerp of de uitvoering van openbare werken of bouw- en civieltechnische werken.
Het huidige regime op de betalingsachterstand is van toepassing op alle overeenkomsten die werden gesloten, vernieuwd of verlengd ná 15 maart 2013, én op alle overeenkomsten die gesloten werden vóór 16 maart 2013, maar die na 15 maart 2015 nog liepen (en misschien nog steeds lopen). Voor de oudere overeenkomsten geldt er een ander regime.
Buiten het toepassingsgebied van dit wettelijk regime vallen de transacties tussen ondernemingen en particulieren, de niet-commerciële transacties (bv. de toekenning van een subsidie, prijs of schadevergoeding) en de gevallen waarbij de schuldenaar kan bewijzen dat hij niet verantwoordelijk is voor de betalingsachterstand.
De interestvoet bleef lange tijd ongewijzigd. Hij bedroeg 8,5% van 1 juli 2013 tot 30 juni 2016. Sinds 1 juli 2016 is hij gedaald naar 8%.
De schuldenaar is bij een laattijdige betaling -bovenop de verwijlinteresten- automatisch ook een forfait voor invorderingskosten van 40 euro verschuldigd. Als de schuldeiser kan bewijzen dat zijn invorderingskosten hoger waren, kan dit forfait worden verhoogd.
Betalingstermijn: maximum 30 of 60 dagen
Als er in het contract geen andere afspraken zijn gemaakt, moet de factuur -behoudens uitzonderingen- binnen de 30 dagen worden betaald. De termijn van 30 dagen begint te lopen:
vanaf de ontvangst van de factuur;
vanaf de ontvangst van de goederen of diensten, of vanaf het uitvoeren van de werken; of
na de aanvaarding of controle ervan, en ten laatste na het aflopen van de verificatietermijn. Zonder andersluidende bepaling in de overeenkomst bedraagt de verificatietermijn maximaal 30 dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van de goederen of diensten.
In tegenstelling tot overheidsinstanties kunnen ondernemingen een langere betalingstermijn afspreken in hun overeenkomsten. Volgens de gangbare commerciële gebruiken in vele sectoren is een termijn van 60 kalenderdagen aanvaardbaar. Bedingen die interest uitsluiten, worden als kennelijk onbillijk beschouwd.
Overheidsinstanties moeten zich dus houden aan het wettelijke maximum van 30 dagen, tenzij een langere betalingstermijn (van maximum 60 dagen) ‘objectief wordt gerechtvaardigd door de bijzondere aard of door bepaalde elementen van de overeenkomst’. Er is nog een tweede uitzondering voor bepaalde gezondheidsorganisaties: ziekenhuizen of rusthuizen genieten altijd een betalingstermijn van 60 dagen.
Alle partijen mogen trouwens in termijnen betalen. Er zijn dan alleen verwijlinteresten verschuldigd op de termijnbetalingen die te laat gebeuren.