Openbare werken, een doorn in het oog van menig zelfstandige. Als u het slachtoffer wordt van hinder door openbare werken die de toegang tot uw onderneming belemmeren, verhinderen of ernstig bemoeilijken, kan u een inkomenscompensatievergoeding vragen aan het federale Participatiefonds. Maar bepaalde activiteiten van dit fonds zijn in het kader van de zesde staatshervorming sinds 1 juli 2014 overgedragen naar de gewesten. Voor de aanvragen in 2015 heeft dit geen gevolgen.

Tussenkomst voor micro-ondernemingen

De inkomenscompensatievergoeding is een tussenkomst van de (federale) overheid voor zelfstandigen die hun handelszaak door wegenwerken tijdelijk sluiten. De inkomenscompensatievergoeding is alleen bestemd voor micro-ondernemingen. Dit zijn ondernemingen met minder dan 10 werknemers en een jaarlijks omzetcijfer of balanstotaal dat lager of gelijk is aan 2 miljoen euro. Vzw’s vallen uit de boot.
De voornaamste activiteit van de onderneming moet de rechtstreekse verkoop van producten of het verlenen van diensten aan (kleine) gebruikers zijn, waarvoor persoonlijk en direct contact met de klanten is vereist dat in normale omstandigheden plaatsvindt in een bebouwde inrichting. De zelfstandige mag ook geen andere beroepsinkomsten hebben dan de inkomsten uit de werkzaamheden in de inrichting die de hinder ondervindt.

Tijdelijke sluiting van de inrichting

Om de inkomenscompensatievergoeding te kunnen krijgen, moet de handelszaak als gevolg van de hinder worden gesloten gedurende minstens 7 opeenvolgende kalenderdagen. Concreet is de toegang tot uw zaak belemmerd, verhinderd of wordt die in de praktijk bemoeilijkt, als bijvoorbeeld:

geen enkele reglementaire openbare parkeerplaats in uw straat bruikbaar is; of

geen enkele openbare parkeerplaats binnen een straal van 100 meter rond de enige toegang kan worden benut; of

de toegangsweg voor doorgaand autoverkeer in één of twee richtingen wordt afgesloten; of

de toegang voor voetgangers onmogelijk is.

Omvang van de tegemoetkoming

De inkomenscompensatievergoeding is bestemd voor alle zelfstandigen die in de onderneming werken dus ook voor uw partners op voorwaarde dat ze actief zijn in de onderneming op het moment van de aanvraag van de vergoeding.
De inkomenscompensatievergoeding bedraagt 76,30 euro per kalenderdag voor 2015 (het bedrag wordt jaarlijks op 1 januari geïndexeerd). Ze is pas verschuldigd vanaf de achtste dag na de sluitingsdatum.
De maximumperiode is 30 kalenderdagen. Die periode kan worden verlengd.
De vergoeding is belastbaar.

Strikte aanvraagprocedure

Ondernemers die beslissen om hun handelszaak tijdelijk te sluiten, moeten een strikte aanvraagprocedure volgen.
Van zodra u op de hoogte bent van de aanvang van de werken, vraagt u aan de gemeente een “attest van hinder” aan. Dit attest heeft u nodig om een dossier in te dienen bij het Participatiefonds. Het ”aanvraagformulier” zelf kan u terugvinden op http://www.openbarewerken-zelfstandigen.be

De toekenning voor een inkomenscompensatievergoeding geldt voor 30 kalenderdagen en is verlengbaar voor telkens 60 kalenderdagen. Voor een verlenging volgt u dezelfde procedure.

Gewestelijke bevoegdheid

Let op. De bevoegdheid inzake inkomenscompensatievergoeding behoort sinds 1 juli 2014 tot de Gewesten. In het kader van de zesde staatshervorming zijn de bevoegdheden van het Participatiefonds naar het Vlaamse en Brusselse niveau overgeheveld.

Het Vlaams Gewest heeft voor het jaar 2015 het beheer en de werking van de inkomenscompensatievergoeding aan het Participatiefonds toevertrouwd. Op basis van een samenwerkingsovereenkomst die tussen het Participatiefonds en het Agentschap Ondernemen werd afgesloten, zal het federale Participatiefonds de aanvragen in 2015 nog volgens dezelfde regels behandelen. Zo worden in het Vlaams Gewest nieuwe aanvragen en aanvragen tot verlening die zijn ingediend vóór 1 januari 2015 en waarvoor er nog geen beslissing is gevallen, door het Fonds behandeld volgens de regels en procedures in voege op 31 december 2014.
Vergoedingsaanvragen (nieuwe en verlengingen) die dit jaar bij het Fonds worden ingediend, zullen door het Fonds worden behandeld volgens de regels en procedures in voege op 31 december 2014, voor rekening van de deelstaten.

Brusselse bedrijven moeten hun vergoedingsaanvraag voortaan indienen bij Brussel Economie en Werkgelegenheid, Directie Steun aan Ondernemingen, Kruidtuinlaan 20 te 1035 Brussel.
Vergoedingsaanvragen die zijn ingediend vóór 1 januari 2015, worden door het Participatiefonds behandeld volgens de regels die op 30 juni 2014 van kracht waren.
Verlengingsaanvragen worden ingediend bij Brussel Economie en Werkgelegenheid als de oorspronkelijke aanvraag werd ingediend na 1 januari 2015; en bij het Participatiefonds als de oorspronkelijke aanvraag werd ingediend vóór 1 januari 2015.