Dienstenverleners aan vennootschappen zijn sinds 1 september 2018 verplicht om zich te registreren bij de FOD Economie (zie ook onze bijdrage van september jl.). In het koninklijk besluit van 11 oktober 2018 staat nu de procedure die zij moeten volgen als ze zich willen registreren om één of meer vennootschapsrechtelijke diensten te mogen aanbieden. De registratieformulieren zijn terug te vinden op website van de FOD Economie.
Verplichte registratie
Deze verplichte registratie geldt voor natuurlijke of rechtspersonen die in België vennootschapsrechtelijke diensten willen aanbieden, maar die ontsnappen aan de antiwitwaswet van 18 september 2017. Omdat zij al onderworpen zijn aan de antiwitwaswet geldt deze registratieplicht dus niet voor bv. advocaten, notarissen, bedrijfsrevisoren, accountants, belastingconsulenten, (boekhouders-)fiscalisten, kredietinstellingen en verzekeringsondernemingen.
Aanbieders die de verplichting tot registratie niet naleven, riskeren een boete van 250 tot 100.000 euro. Aanbieders die geregistreerd zijn maar niet meer aan de voorwaarden voldoen, riskeren een gelijkaardige boete.
Hoe registreren?
Elke natuurlijke of rechtspersoon die zich wenst te registreren om één of meer diensten van dienstenverleners aan vennootschappen te verlenen, moet zijn aanvraag indienen bij de ‘Algemene Directie KMO-beleid’ van de FOD Economie.
De aanvrager voegt bij zijn aanvraag de documenten en informatie die aantonen dat hij voldoet aan de wettelijke voorwaarden (wet van 29 maart 2018).
Het KB van 11 oktober 2018 somt de vereiste inlichtingen en documenten op. Ze verschillen naargelang het gaat om natuurlijke personen of rechtspersonen.
Aanbieders die aan de wettelijke voorwaarden voldoen, moeten hun aanvraag tot registratie indienen bij de ‘Algemene Directie KMO-beleid’ van de FOD Economie met:
het formulier voor rechtspersonen of
het formulier voor een natuurlijk persoon.
Beide formulieren staan op de website van de FOD Economie (https://economie.fgov.be).
Tegen wanneer registreren?
Aanbieders die al actief zijn als aanbieder van vennootschapsrechtelijke diensten, kunnen zich al sinds 1 september 2018 inschrijven bij de FOD Economie. Ze krijgen nog tot 1 maart 2019 de tijd om zich te laten registreren.
Aanbieders die hun activiteit als aanbieder starten na 1 september 2018, moeten zich registreren bij de FOD Economie vooraleer ze starten met hun activiteit.
Lijst van geregistreerde dienstenverleners
Wanneer het dossier volledig is, beslist de Algemene Directie KMO-beleid binnen de 60 dagen over de aanvraag. Ze brengt de aanvrager op de hoogte van haar beslissing om hem de registratie toe te kennen of te weigeren (samen met de redenen voor de weigering).
De FOD Economie controleert bij de Dienst Strafregister van de FOD Justitie de eerbaarheid van de personen vermeld in de aanvraag.
De aanvrager van wie de aanvraag om registratie werd geweigerd, kan slechts een nieuwe aanvraag indienen na een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de kennisgeving van de weigering.
De lijst van geregistreerde dienstenverleners aan vennootschappen is te raadplegen op de website van de FOD Economie. Hij bevat voor elke natuurlijke of rechtspersoon:
het ondernemingsnummer;
de naam of de maatschappelijke naam van de onderneming;
het volledig adres of de maatschappelijke zetel van de onderneming;
het type onderneming: onderneming natuurlijk persoon of rechtspersoon;
de contactgegevens van de onderneming, namelijk haar telefoonnummer, e-mailadres en website;
de begindatum van de registratie.
Intrekking van de registratie
Als de minister van Economie of zijn gedelegeerde oordeelt dat de dienstenverlener aan vennootschappen niet meer aan de registratievoorwaarden voldoet, en dat de registratie moet ingetrokken worden, brengt hij de betrokkene op de hoogte.
De dienstenverlener heeft dan 30 dagen de tijd om zijn verweermiddelen naar de minister of zijn gedelegeerde te verzenden. Hij kan ook vragen om gehoord te worden door de minister of zijn gedelegeerde, eventueel vergezeld door een raadsman van zijn keuze. Die hoorzitting vindt plaats binnen de 60 dagen na de dag van ontvangst van de aanvraag tot hoorzitting.
De minister heeft dan 60 dagen vanaf de hoorzitting, of bij gebreke aan een hoorzitting 90 dagen vanaf de kennisgeving, om te beslissen en de betrokkene hiervan op de hoogte te brengen.