Eind december introduceerde de regering nieuwe fiscale gunstmaatregelen voor de horeca. Enerzijds zijn er de flexijobs, die worden vrijgesteld van personenbelasting en persoonlijke sociale bijdragen. Anderzijds wordt ook het maken van overuren fiscaal goedkoper. In deze bijdrage gaan we in op de fiscale behandeling van overuren. De maatregelen zijn van toepassing vanaf aanslagjaar 2016.
Overuren ‘buitengewone vermeerdering van het werk: vrijgesteld van belastingen
Een eerste gunstmaatregel is de vrijstelling voor overuren die worden gepresteerd wegens ‘buitengewone vermeerdering van het werk’ of wegens ‘onvoorziene noodzakelijkheid’.
De bezoldiging voor deze overuren kunnen genieten van een erg ruime vrijstelling:
de werknemer moet er geen personenbelasting op betalen;
de werknemer moet er geen sociale zekerheidsbijdragen op betalen;
de werkgever moet er geen patronale bijdragen op betalen.
Met andere woorden de brutobezoldiging = de nettobezoldiging voor deze overuren.
De vrijstelling geldt…
voor al het personeel, dus ook voor de vaste werknemers;
voor de overuren die op vraag van de werknemer niet zijn omgezet in inhaalrust maar zijn uitbetaald;
voor maximaal 360 overuren per jaar voor horecazaken met een geregistreerd kassasysteem; als de zaak geen geregistreerd kassasysteem heeft, wordt dit beperkt tot 300 overuren.
Andere overuren: belastingvermindering en vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing
Voor de werknemer: belastingvermindering
De bestaande belastingvermindering voor de bezoldiging voor overuren wordt uitgebreid van 180 tot 360 overuren (buiten de horeca en de bouwsector bestaat deze regeling ook, maar is het aantal overuren dat onder de regeling valt kleiner). De belastingvermindering geldt natuurlijk voor andere overuren dan de overuren die al van de vrijstelling kunnen genieten.
Met andere woorden, de vrijstelling geldt voor:
de in inhaalrust omgezette overuren met recht op overwerktoeslag, die niet in aanmerking komen voor de hierboven genoemde vrijstelling;
en de betaalde overuren boven de grens van 360 of 300 uren waarvoor de werknemer al een vrijstelling geniet.
Om in aanmerking te komen voor de belastingvermindering moeten de overuren recht geven op een wettelijke overwerktoeslag van 20 %, 50 % of 100 %. Het is daarbij niet van belang of de overuren ook uitbetaald zijn. Dit betekent dat zowel uitbetaalde overuren, als overuren die omgezet zijn in inhaalrust onder de regeling vallen.
Onder overuren wordt verstaan de uren gepresteerd boven negen uur per dag of veertig uur per week (als er per cao lagere vastgestelde grenzen zijn dan gelden die grenzen).
De belastingvermindering bedraagt 66,81 % voor een gepresteerd uur waarop een toeslag van 20 % van toepassing is, en 57,75 % voor een gepresteerd uur waarop een toeslag van 50 % of 100 % van toepassing is. Het brutobasisloon voor aftrek van de sociale bijdragen én exclusief de overwerktoeslag, wordt als berekeningsgrondslag genomen.
Voor de werkgever: vrijstelling van verplichting doorstorten BV
Naast de belastingvermindering voor de werknemer, bestaat er ook een voordeel voor de werkgever: die moet de bedrijfsvoorheffing die hij moet inhouden op de bezoldigingen niet volledig doorstorten. Hij krijgt een gedeeltelijk vrijstelling van 32,19% voor de overuren waarop een toeslag van 20 % van toepassing is, en 41,25 % voor de overuren waarop een toeslag van 50 % of 100 % van toepassing is.
De vrijstelling geldt voor 360 overuren, ongeacht of de horecazaak gebruik maakt van een witte kassa. Enkel in inhaalrust omgezette overuren of boven de grens van 360 uren betaalde overuren (waarvoor de belastingvrijstelling geldt) komen in aanmerking.
Nota bene
Het regime voor gelegenheidswerkers in de horeca dat enkele jaren geleden werd ingevoerd, blijft gewoon naast deze nieuwe maatregelen bestaan.