Heeft u een geschil met de fiscus? Heeft u een aanslag gekregen waar u het niet mee eens bent? Alvorens naar de rechtbank te trekken, moet u eerst bij de administratie zelf beroep aan tekenen. U kan een bezwaar indienen. Als u dat wil doen, moet u wel de volgende regels naleven.
U kan een bezwaar indienen tegen een aanslag die op uw naam gevestigd is. Om geldig te zijn, moet een bezwaar aan heel wat voorwaarden voldoen.
Het bezwaar moet schriftelijk ingediend worden
Het is niet mogelijk een bezwaar mondeling mee te delen. U kan uw bezwaar dus niet naar de administratie doorbellen. Verder bepaalt de wet niet hoe dat geschrift bij de administratie moet worden ingediend. Het geniet evenwel de voorkeur dat u dat met een aangetekend schrijven doet. Daarmee heeft het bezwaar ook ineens een duidelijke vaste dagtekening en weet u ook zeker dat de administratie het heeft ontvangen.
Het bezwaar moet ondertekend zijn
Het bezwaar is niet geldig als het niet is ondertekend. De fiscus vereist dat de handtekening origineel is. Daardoor is het bv. niet mogelijk uw bezwaarschrift door te faxen of in te scannen en door te mailen ( = geen originele handtekening). Een elektronische indiening met een elektronische handtekening via e-ID zou in principe wel geldig kunnen zijn.
De handtekening is nodig om te controleren of de bevoegde persoon het bezwaar heeft ingediend.
Het bezwaar moet worden ingediend door de juiste persoon
Een bezwaar kan alleen door de bevoegde persoon rechtsgeldig worden ingediend. Dat is in principe de belastingschuldige ( = diegene die wettelijk gezien de persoon is bij wie de belasting kan worden ingevorderd).
Als de belastingschuldige een natuurlijk persoon is, kan hij dat zelf doen. Of, eventueel, (i) zijn erfgenamen (na zijn overlijden), (ii) zijn wettelijke vertegenwoordiger (bv. ouders of voogd) of (iii) een gevolmachtigde (bv. een advocaat).
Als de belastingschuldige een vennootschap is, moet het bevoegde orgaan het bezwaar indienen. Voor een gefailleerde kan de curator het bezwaarschrift indienen.
Het bezwaar moet worden ingediend bij de juiste instantie
Het bezwaar moet worden ingediend bij de bevoegde instantie. Dat is de gewestelijk directeur in wiens ambtsgebied de aanslag werd gevestigd. Dat is in principe de gewestelijk directeur die bevoegd is voor uw woonplaats. De bevoegde directeur wordt op uw aanslag vermeld.
Sinds 2005 is het geen probleem meer als u uw bezwaar indient bij een andere gewestelijk directeur (die geografisch niet voor u bevoegd is). Deze niet-bevoegde directeur is immers verplicht het bezwaar van ambtswege (dus zonder dat u daarvoor iets moet doen) door te sturen naar zijn bevoegde collega. Hij zal het aan u laten weten als dat gebeurd is.
Pas wel op, dit betekent niet dat u zomaar een brief aan eender wie kan schrijven om een bezwaar in te dienen. Zijn NIET geldig ingediend: een schrijven gericht aan (i) de administratie in het algemeen, (ii) een andere ambtenaar dan een gewestelijk directeur of (iii) de minister van Financiën.
Het bezwaar moet tijdig worden ingediend
Zoals zo vaak is er ook een termijn voorgeschreven. Het is immers logisch dat een belastingschuldige niet drie jaar na datum nog met een bezwaar kan komen.
U heeft zes maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum waarop het aanslagbiljet dat u wil aanvechten, werd verzonden. Zaterdagen, zondagen en feestdagen tellen niet als werkdag. De termijn loopt van de zoveelste tot de dag voor de zoveelste. Als de vervaldag een zaterdagdag, zondag of feestdag is, verschuift die dag.
Voorbeeld
De administratie verzendt het aanslagbiljet op maandag 9 februari 2015. De termijn begint te lopen op 12 februari 2015 (derde werkdag na 09/02). De termijn loopt zes maanden van de zoveelste (de twaalfde), tot de dag voor de zoveelste (de elfde). In dit geval van 12 februari tot 11 augustus 2015.
Voorbeeld
De administratie verzendt het aanslagbiljet op donderdag 12 februari 2015. De termijn begint te lopen op 17 februari 2015 (derde werkdag na 12/02, zaterdag 14 en zondag 15 februari worden niet meegeteld). De termijn loopt zes maanden van de zoveelste (de zeventiende), tot de dag voor de zoveelste (de zestiende). In dit geval van 17 februari tot 16 augustus 2015. Maar 16 augustus is een zondag, dus vervaldag verschuift naar 17 augustus.
Binnen die termijn moet de gewestelijk directeur van het bezwaar kennis kunnen nemen. Lees: binnen die termijn moet het bezwaar bij de administratie zijn toegekomen. Het is dus niet voldoende als u het bezwaar binnen die termijn op de post doet.
Voorbeeld
U heeft tot 15 april om een bezwaar in te dienen. U geeft uw bezwaar af op het postkantoor op 14 april. Het aangetekend schrijven wordt op 16 april bij de administratie afgeleverd. Het bezwaar is TE LAAT en onontvankelijk. Als u het bezwaar zelf op de administratie gaat afgeven op 15 april, bent u nog wel op tijd.
Het bezwaar moet gemotiveerd zijn
U moet ten slotte uw bezwaar ook motiveren. U moet zeggen waarom u het niet eens bent met de gevestigde aanslag. Als u uw argumenten niet meegeeft, kan de directeur immers niet antwoorden.
U mag daarbij zowel feitelijke als juridische argumenten vermelden.