Uw fiscale aangifte wordt, tot bewijs van het tegendeel, geacht correct te zijn. Maar als de fiscus een fout ziet, dan moeten de fiscale ambtenaren in principe een bericht van wijziging sturen vooraleer ze uw aangifte mogen aanpassen. Het Hof van Cassatie meent echter dat die procedure niet altijd nodig is.

Berekeningsfoutje

Een vennootschap dient een aangifte in; de aanslag wordt berekend, maar naderhand blijkt dat de fiscus vergeten is om de verrekenbare voorheffingen af te trekken van de verschuldigde belasting. De fiscus zet de fout snel recht via een zogenaamde ambtshalve ontheffing.

Maar de vennootschap is daar niet tevreden mee: de fiscus moet de aangifte respecteren en door een aanslag te vestigen die niet overeen kwam met de aangifte, was volgens de belastingplichtige de volledige aanslag nietig. De belastingplichtige hoopte op die manier wellicht van een belastingvrij jaar te kunnen genieten.

Al is het zo dat als de fiscus een fout maakt waardoor een aanslag volledig nietig is, hij in de meeste gevallen de kans heeft om een nieuwe of subsidiaire aanslag te vestigen. Een jaartje zonder belastingen blijft vrijwel altijd een (verre) droom. 

Maar hier gaf de rechtbank van eerste aanleg de vennootschap gelijk.
De administratie gaat echter in beroep en daar krijgt de fiscus gelijk. Volgens het hof werd de aangifte wel degelijk gerespecteerd, maar was er gewoon een onachtzaamheid gebeurd bij de inkohiering, waardoor het bedrag van de belasting niet correct was.

Advocaat-generaal en Hof van Cassatie

De belastingplichtige is niet tevreden met die uitspraak en trekt naar het hoogste rechtscollege van ons land: het Hof van Cassatie. Hij wil weten of de fiscus ook een bericht van wijziging moet opstellen als de wijziging van aangifte voortvloeit uit een materiële vergissing. 

De advocaat-generaal van het Hof meent alvast van wel. De wet legt die verplichting op aan de fiscale administratie indien die meent de inkomsten en andere gegevens te moeten wijzigen. 

U zou daaruit kunnen afleiden dat de fiscus alleen een bericht van wijziging moet opsturen als hij bewust de aangifte wil wijzigen.
Maar, zegt de advocaat-generaal, als de fiscus een aanslag vestigt die niet overeenkomt met de aangifte, hoe kan de belastingplichtige dan weten of de fiscus dit “bewust” heeft gedaan, dan wel of het om een vergissing of onachtzaamheid ging?
De conclusie van de advocaat-generaal is dan ook duidelijk: als de aanslag niet werd gevestigd in overeenstemming met de aangifte, is die volledig nietig. 

Maar het Hof van Cassatie is een andere mening toegedaan. Volgens het hof is een bericht van wijziging alleen vereist als de fiscus de bedoeling heeft de gegevens van de aangifte te betwisten.
Bij een vergissing of misslag is dat dus niet nodig.

Andere gevallen

Er zijn eerder ook al situaties geweest waarin de fiscus zich vergiste en hij zijn fout recht zette zonder een bericht van wijziging te sturen. Zo onder meer een geval waarbij de verrekenbare voorheffing 490.601 Belgische frank bedroeg, maar er slechts 409.601 BEF effectief verrekend werd. Of een geval waarbij de aftrek voor pensioensparen vergeten was. In beide gevallen corrigeerde de fiscus de aanslag naderhand, zonder een bericht van wijziging te sturen, en de rechtbanken die daarover moesten oordelen, vonden dat evenmin een probleem.

We moeten echter vaststellen dat de belastingplichtige een veel kleinere ‘foutenmarge’ heeft. Een cijferomzetting zoals hiervoor vermeld, kan bij de belastingplichtige leiden tot een boete.
En vergeet u de belastingvermindering voor pensioensparen toe te passen, dan maakt u volgens de fiscus een ‘keuze’, waarop u niet meer kan terugkomen.

Gelukkig is dankzij de digitalisering van de aangifte en de vooraf ingevulde rubrieken de kans op dit soort van fouten kleiner geworden.