Als u van uw werkgever een forfaitaire vergoeding krijgt voor de kosten die u maakt tijdens een dienstreis in het buitenland is dat een terugbetaling van eigen kosten van de werkgever. U moet er dus geen belasting op betalen. Welk forfait aanvaardbaar is, hangt af van het land waar u naartoe reist. U mag zich daarvoor baseren op de landenlijst van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Sinds 22 november 2017 gelden er nieuwe bedragen.
Welke vergoeding?
Dagvergoedingen zijn bedoeld voor de kleine uitgaven die u tijdens een dienstreis maakt: eten, drank, vervoer ter plaatse. De reiskosten voor de verplaatsing naar uw bestemming en de verblijfskosten voor uw hotel vallen hier niet onder. Daarvoor moeten de werkelijke kosten apart vergoed worden. Dat houdt in dat er geen forfait voor geldt en dat u alle nodige bewijsstukken (facturen, bonnetjes) moet bijhouden.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen twee categorieën. Voor ambtenaren zijn dat enerzijds personeel van het hoofdbestuur (categorie 1) en anderzijds het personeel dat in het buitenland gestationeerd is (categorie 2). In de privésector wordt de tweede categorie gebruikt voor personeel dat langere dienstreizen maakt. Dat zijn reizen van meer dan 30 dagen maar minder dan 24 maanden.
Voor wie?
De forfaitaire bedragen gelden alleen voor werknemers en bedrijfsleiders die hoofdzakelijk een sedentaire beroepswerkzaamheid uitoefenen, maar af en toe voor hun job naar het buitenland moeten. De dienstreizen mogen occasioneel of zelfs regelmatig zijn, maar het maken van reizen mag geen deel uitmaken van hun normale, dagdagelijkse beroepsactiviteit.
Een beknopt overzicht
Hieronder geven we een beknopt overzicht van de dagforfaits voor onze buurlanden en onze belangrijkste handelspartners. Daarbij vindt de bedragen terug voor gewone dienstreizen/lager bedrag voor de lange dienstreizen (van 30 dagen tot 24 maanden). Alle bedragen zijn in EUR.
Australië: 105/63
China: 83/50
Duitsland: 93/56
Frankrijk: 95/57
Groot-Brittannië: 101/61
India: 105/63
Italië: 95/57
Japan: 105/63
Luxemburg: 92/55
Nederland: 93/56
Rusland: 105/63
Verenigde Staten: 105/63
Zwitserland: 105/63