Wat als de fiscale wetgever een regel invoert waar u het niet mee eens bent. U bent van mening dat uw fundamentele rechten worden geschonden. U meent dat de overheid helemaal niet bevoegd was om deze maatregel te nemen. Dan kan u bij verschillende instanties terecht om die regels aan te vechten. Naar gelang de regel die u aanvecht en de rechten de geschonden zijn, kan u naar een ander rechtscollege trekken. Na het Grondwettelijk Hof en het Europees Hof van Justitie bekijken we nu de Raad van State.
Een individuele beslissing van een administratie aanvechten
Bij de Raad van State kan je terecht als een administratie een beslissing met individuele strekking heeft genomen waar je het niet mee eens bent (bv. een andere kandidaat wordt benoemd voor een positie waarvoor je ook gekandideerd hebt, je bouwvergunning wordt afgewezen). Je kan dan aan de Raad vragen om die beslissing te vernietigen.
Als de Raad van State de beslissing van de overheid vernietigt, moet die een andere beslissing nemen of de eerdere beslissing opnieuw bevestigen maar beter motiveren. Het is dus niet omdat de Raad van State de benoeming van de andere kandidaat vernietigt, dat de overheid dan de klager moet aannemen.
Een gemeentelijk reglement aanvechten
Daarnaast kan je ook een reglement van een lagere overheid aanvechten dat op meerdere mensen van toepassing is: bv. een belastingreglement van een bepaalde gemeente dat van toepassing is op alle inwoners van die gemeente. De reglementen van provincies en gemeenten, maar ook bv. koninklijke besluiten staan lager in de hiërarchie van de normen dan wetten en decreten. Dit betekent dat KB’s en gemeentelijke (belasting)reglementen in overeenstemming moeten zijn met decreten, wetten, de Grondwet en Europese regels.
Hoewel gemeenten in principe bevoegd zijn om belastingen te heffen, moeten ze daarbij dus wel verschillende ‘hogere’ regels respecteren. Als ze dat niet doen, kan u het gemeentelijk besluit aanvechten.
Zo kan u vragen aan de Raad van State om een gemeentelijke belasting te vernietigen omdat: (i) de gemeente buiten haar bevoegdheid is getreden (bv. een materie belast waarvoor ze niet bevoegd is, een besluit heeft genomen dat ook geldt op het grondgebied van een andere gemeente), of (ii) een belasting invoert die ze niet mag heffen volgens het WIB of (iii) een belasting wil innen die de Europese vrijheden schendt, …