Sinds de gewesten niet enkel bevoegd zijn voor de successie- en registratierechten, maar gedeeltelijk ook voor de personenbelasting, hebben ze al heel wat wijzigingen doorgevoerd in de fiscale regelgeving. Ook in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt er gewerkt aan een fiscale hervorming. Meest in het oog springend is de afschaffing van de woonbonus. Daarnaast staan er echter nog heel wat andere veranderingen op het programma. Een kort overzicht.

Registratierechten: hoger abattement bij aankoop woning

Wie in Brussel een woning aankoopt, krijgt een korting of ‘abattement’ op de registratierechten. Op dit abattement worden er dan geen registratierechten betaald. Voor verkopen vanaf 1 januari 2017 wordt dit abattement opgetrokken tot 175.000 EUR. Belangrijke voorwaarden zijn dat (i) de woning niet meer dan 500.000 EUR kost (bij een hogere waarde van de woning vervalt het abattement volledig) en (ii) dat de belastingplichtige vijf jaar in de woning blijft wonen.

Voorbeeld

Wie een woning koopt in Brussel ter waarde van 300.000 EUR betaalt slechts registratierechten op 125.000 EUR.

Wie een woning koopt van 175.000 EUR betaalt daardoor de facto geen registratierechten (waarde woning 175.000 –  abattement 175.000 = 0 EUR. Men betaalt dus 12,50 % registratierechten op 0 EUR, wat uiteraard ook 0 is).

Daarnaast zullen partijen ook een onderhandse (ver)koopovereenkomst (de ‘compromis’) van een onroerend goed makkelijker minnelijk kunnen ontbinden. Ze zullen niet langer tweemaal de volle registratierechten moeten betalen. Tot nu toe werd een minnelijke ontbinding immers gezien als twee verkopen: (i) eerst de verkoop van verkoper aan koper en (ii) daarna de ontbinding als wederverkoop van de oorspronkelijke koper terug aan de oorspronkelijke verkoper.  Dat valt nu weg. In de plaats daarvan wordt een apart vast registratietarief van 10 EUR ingevoerd voor deze ontbinding.

Registratie- en successierechten: familiale ondernemingen

Schenken en erven van familiale ondernemingen kan nu ook op een interessante manier. De nieuwe Brusselse regeling werd gemodelleerd naar het Vlaamse voorbeeld. Schenken onder levenden kan met vrijstelling van registratierechten. Bij het erven van een familiale onderneming zijn 3 % tot 7 % successierechten verschuldigd. De vroegere voorwaarden worden daarmee fel versoepeld.

Successierechten: ‘echtgenoot of samenwonende’ wordt ‘partner’

Ook in de successierechten: een kleine aanpassing in de gebruikte begrippen. Een echtgenoot of samenwonende wordt vanaf nu gewoon aangeduid met de overkoepelende term ‘partner’. Aan de regels zelf verandert er niets. Let wel op: het gaat nog altijd alleen om de wettelijk samenwonenden. De feitelijk samenwonenden worden hier niet bedoeld.

Inkomstenbelastingen: afschaffing van de woonbonus en enkele kleine wijzigingen

Het is in de pers al aan bod gekomen: Brussel schaft de woonbonus af voor nieuwe leningen afgesloten vanaf 1 januari 2017. Wie voor deze datum een hypothecaire lening afsloot, hoeft niets te vrezen. Voor de lopende leningen blijft de woonbonus gewoon bestaan.

Herfinancieringsleningen worden gelijkgesteld met de oorspronkelijke lening en kunnen dus ook nog genieten van de woonbonus.

Maar voor leningen afgesloten vanaf 1 januari 2017 verdwijnen de fiscale voordelen. Het is dus niet enkel de woonbonus die wordt geschrapt, maar ook bouwsparen, de ‘gewone interestaftrek’, de ‘bijkomende interestaftrek’. De Brusselse regering is van mening dat dit wordt gecompenseerd door de verhoging van het abattement zoals hierboven beschreven.

Daarnaast wil de Brusselse regering vanaf aanslagjaar 2018 (inkomsten van dit jaar) de personenbelasting verlagen met 0,5 %. Dat zullen ze doen door de gewestelijke opcentiemen te verminderen.

Enkele andere nieuwigheden in de inkomstenbelasting in het Brussels Gewest:

belastingvermindering voor dienstencheques: vanaf aj. 2018 kan iedereen die niet genoeg verdient om het fiscale voordeel van de dienstencheques volledig te benutten aanspraak maken op het terugbetaalbaar belastingkrediet, daarvoor geldt er geen inkomstenplafond meer;

onroerende voorheffing: het tarief in de onroerende voorheffing voor materieel en outillage wordt vanaf 2017 op nul gezet. Aan de andere kant wordt wel de  vermindering van de onroerende voorheffing voor leegstand en improductiviteit afgeschaft vanaf 2017.

Nota bene: belasting op inverkeerstelling op drones

Voor drones en ‘snorvliegers’ (paramotoren) geldt vanaf 1 januari 2016 het laagste tarief in de belasting op de inverkeerstelling: 61,50 EUR.  In Vlaanderen geldt er voor drones net een vrijstelling.