Met de fiets naar het werk gaan, is niet enkel goed voor het milieu en uw gezondheid. Ook fiscaal is een verplaatsing met de fiets interessant. Als u van uw werkgever een fietsvergoeding krijgt, is die immers (gedeeltelijk) vrijgesteld. Daarnaast bieden sommige bedrijven hun personeel een bedrijfsfiets aan. Ook dat voordeel wordt niet belast.
Fietsvergoeding voor werknemers en bedrijfsleiders
De kilometervergoeding die werknemers krijgen voor woon-werkverkeer met de fiets is vrijgesteld. De werknemer betaalt er dus geen belasting op. De vergoeding mag maximaal 0,22 EUR per kilometer bedragen (bedrag voor aanslagjaren 2015 en 2016).
Enkel de verplaatsingen tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling geven recht op de vrijgestelde kilometervergoeding. De ‘woonplaats’ is voor de toepassing van deze regeling de effectieve verblijfplaats van de belastingplichtige van waaruit hij zich normaal verplaatst om zich naar zijn plaats van tewerkstelling te begeven (en terug).
De vrijstelling geldt voor elke keer dat men effectief gebruik maakt van de fiets, zelfs al is het niet elke dag. De vergoeding moet worden berekend op het aantal werkelijk afgelegde kilometers. Een forfaitaire fietsvergoeding per maand kan niet van deze vrijstelling genieten.
Naast de vrijstelling voor de kilometervergoeding voor verplaatsingen per fiets, bestaat ook de vrijstelling voor de tussenkomst van de werkgever in de kosten van het woon-werkverkeer (verplaatsingen met de eigen wagen, openbaar vervoer). Tussen beide vrijstellingen bestaat een cumulverbod. Het cumulverbod houdt in dat de twee vrijgestelde vergoedingen niet kunnen worden toegekend voor dezelfde afgelegde kilometers. De twee vergoedingen kunnen wel gecombineerd worden voor verschillende delen van het traject tijdens dezelfde verplaatsing: bv. een werknemer rijdt met de plooifiets naar het station, neemt vervolgens de trein en daarna weer de fiets van het station naar het bedrijf waar hij werkt. Voor het eerste en derde deel van het traject krijgt hij een kilometervergoeding voor verplaatsingen met de fiets, voor het middelste gedeelte de vrijstelling voor de tussenkomst van de werkgever in de kosten van het woon-werkverkeer.
De fietsende werknemer geniet niet enkel van de belastingvrijstelling, maar mag daarnaast ook de reële kosten van het fietsgebruik als beroepskost inbrengen als hij zijn werkelijke kosten bewijst. Wie zijn werkelijke kosten niet bewijst, mag uiteraard de vrijstellingen combineren met de forfaitaire aftrek van beroepskosten.
De vergoeding is voor hetzelfde bedrag per kilometer eveneens vrijgesteld van socialezekerheidsbijdragen.
Terbeschikkingstelling bedrijfsfiets
Naast het betalen van een fietsvergoeding, kunnen bedrijven hun personeel nog op een andere wijze aanmoedigen om zich met de fiets te verplaatsen, met name door het ter beschikking stellen van een bedrijfsfiets.
Hoewel het gratis ter beschikking stellen van een fiets in principe een belastbaar voordeel van alle aard is, is deze terbeschikkingstelling van belasting vrijgesteld. Deze belastingvrijstelling geldt zowel voor de woon-werkverplaatsingen van de werknemers als voor de zuivere privéverplaatsingen. De vrijstelling slaat dus op het volledige voordeel dat voortvloeit uit de terbeschikkingstelling van een bedrijfsfiets die daadwerkelijk voor het woon-werkverkeer wordt gebruikt.
Deze vrijstelling kan worden gecumuleerd met de hierboven vermelde vrijgestelde kilometervergoeding van 0,22 EUR per kilometer woon-werkverkeer die met die fiets wordt afgelegd.