Een meewerkende echtgenoot is een echtgenoot die een zelfstandige werkelijk helpt in het uitoefenen van diens activiteit. De belastingplichtige kan een deel van zijn inkomen aan zijn meewerkende echtgenoot toerekenen. We bekijken kort de specifieke regels van dit statuut.

Maxi- en ministatuut

Sinds 2005 hebben meewerkende echtgenoten een eigen sociaal statuut. Fiscaal gevolg daarvan is dat ze nu in principe altijd onder het maxistatuut vallen.  Dit betekent hun bezoldigingen als eigen beroepsinkomsten worden belast. Het statuut gaat niet verloren als de meewerkende echtgenoot ook nog een beperkt eigen inkomen heeft uit een eigen zelfstandige activiteit (die de 3.000,00 EUR niet overschrijden).

Enkel meewerkende echtgenoten die geboren zijn vóór 1956 vallen nog onder het ministatuut. Zij kunnen wel kiezen voor het maxistatuut.

Voorwaarden

Er mogen slechts bezoldigingen worden toegekend als er effectieve medewerking is van de echtgenoot.

Daarnaast mag de meewerkende echtgenoot gedurende het belastbaar tijdperk slechts een maximaal netto beroepsinkomen van 13.360,00 EUR (aj. 2017) hebben verkregen uit hoofde van een eigen andere  beroepswerkzaamheid. Met netto-beroepsinkomen wordt bedoeld: het bruto beroepsinkomen verminderd met beroepskosten en verliezen.

Om deze drempel van 13.360,00 EUR te berekenen, wordt er geen rekening gehouden met:

eventuele achterstallen en opzegvergoedingen;

afzonderlijk belastbare beroepsinkomsten;

winsten of baten m.b.t. een zelfstandige beroepsactiviteit die vóór het belastbaar tijdperk werd uitgeoefend;

pensioenen, renten en andere toelagen;

in een fictieve lijfrente omgezette kapitalen die een bestendige derving van beroepsinkomsten vergoeden en kapitalen van bepaalde individuele levensverzekeringen.

Bedrag

De geholpen echtgenoot mag aan de meewerkende echtgenoot maximaal 30 % toekennen van de inkomsten die behaald worden met de beroepswerkzaamheid waaraan de echtgenoot meehelpt. Als de prestaties van de helpende echtgenoot kennelijk recht geven op een hoger percentage, is het toegestaan meer dan 30 % toe te rekenen aan de helper. Het bedrag wordt wel sowieso beperkt tot 13.360,00 EUR (voor aj. 2017).

Bovendien mag het toegekende bedrag de grenzen van een normale bezoldiging van de effectief door de echtgenoot geleverde prestaties niet overtreffen.

Het aan de meewerkende echtgenoot toegekende deel behoudt zijn karakter van, naar gelang van het geval, winst of baat en wordt dus niet als bezoldiging van werknemer aangezien. Al naar gelang van de oorsprong van het aan de meewerkende echtgenoot toegekende deel, zal het meewerkinkomen van Belgische of buitenlandse oorsprong zijn.

De meewerkende echtgenoot mag een beroepskostenforfait van 5 % toepassen of kiezen voor het bewijzen en aftrekken van de werkelijke beroepskosten.

De ‘geholpen’ echtgenoot moet op de bezoldiging van de meewerkende echtgenoot geen bedrijfsvoorheffing  inhouden en doorstorten. Het is daarentegen de meewerkende echtgenoot zelf die voorafbetalingen moet doen om een belastingvermeerdering te vermijden. Wanneer de geholpen echtgenoot zelf te veel voorafbetalingen heeft gedaan, kan dit surplus gebruikt worden om de vermeerdering bij de helpende echtgenoot weg te werken.

Nota bene: leidt niet tot hogere belasting

Als de toepassing van deze regeling ertoe zou leiden dat de aanslag verhoogd wordt, wordt de regeling niet toegepast.