Op 31 januari 2020 stapte het Verenigd Koninkrijk (VK) uit de EU. De Brexit was een feit. Dankzij een overgangsregeling wordt het VK nog tot 31 december 2020 gelijkgesteld met een lidstaat van de Europese Unie. Voor sommige zaken in de inkomstenbelastingen is er echter geen overgangsregeling terwijl voor andere aspecten de overgangsregeling net weer langer zal duren dan 31 december 2020. Een overzicht.
Europese overgangsregeling
In de Brexit-deal van 29 januari 2020 wordt een overgangsperiode voorzien die loopt tot 31 december 2020. In die periode blijft het EU-recht van toepassing op en in het Verenigd Koninkrijk. Die overgangsperiode kan eenmalig worden verlengd met één of twee jaar maar de beslissing daartoe moet genomen worden vóór 1 juli 2020.
Lidstaten van de EU mogen elkaars inwoners niet op één of andere manier discrimineren. In de vennootschapsbelasting betekent dit onder meer dat België bepaalde aftrekken moet toestaan aan vennootschappen van een andere EU-lidstaat (terwijl dat voor vennootschappen uit andere landen niet nodig is). Het feit dat het VK nog steeds als een Europese lidstaat wordt beschouwd, betekent dus dat vennootschappen uit het VK nog tot het einde van dit jaar van die gunstigere regeling kunnen genieten.
Belgische wetgeving
In afwachting van een akkoord werd al in 2019 wetgeving voorzien voor het geval het VK in de loop van datzelfde jaar de EU zou verlaten. Net zoals nu voorzag die wet dat het VK werd gelijkgesteld met een lidstaat van de Europese Unie tot 31 december 2019. Maar de wet trad nooit in werking omdat het VK de EU niet verlaten had op 31 december 2019.
Recent werd opnieuw een wet uitgevaardigd die – in overeenstemming met de Brexit-deal tussen de EU en het VK – opnieuw voorziet dat met betrekking tot Britse inwoners, de Belgische belastingwetgeving van toepassing blijft tot 31 december 2020 alsof er geen Brexit is.
Maar er zitten toch enkele afwijkingen in deze nieuwe regeling.
Uitwerking tot na 31 december 2020
Als u in het VK een contract sloot voor een aanvullende pensioen, langetermijnsparen of pensioensparen dan vervalt als het ware de eindtermijn van de overgangsregeling. Premies voor dergelijke verzekeringen of spaarvormen blijven ook na 31 december 2020 recht geven op aftrek of belastingvermindering en wel tot het einde van het contract. De enige voorwaarde is dat het verzekeringscontract uiterlijk op 31 december 2020 werd afgesloten.
Een zelfde regeling wordt ingevoerd voor de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing op de lonen van bepaalde onderzoekers. Deze vrijstelling staat open voor samenwerkingsovereenkomsten tussen universiteiten/hogescholen en ondernemingen (alles binnen de EU). Lonen uitbetaald na 31 december 2020 kunnen nog genieten van de vrijstelling tot het einde van de overeenkomst, op voorwaarde dat die samenwerkingsovereenkomst werd afgesloten uiterlijk op 31 december 2020.
Voor dividenden van gereglementeerde vastgoedvennootschappen (GVV’s) en vastgoedbevaks is er nog een andere overgangsreling. Onder voorwaarden kan de roerende voorheffing op dergelijke dividenden 15% bedragen. Vereist is dat er de vastgoedportefeuille van die GVV of vastgoedbevak voor minstens 60% bestaat uit onroerende goederen die gelegen zijn in de Europese Economische Ruimte en die uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor “aan woonzorg of gezondheidszorg aangepaste wooneenheden”. Britse onroerende goederen tellen dus niet meer mee maar de GVV’s en vastgoedbevaks krijgen tot 31 december 2025 om zich aan te passen. Anders gezegd: onroerende goederen in het VK worden nog meegeteld voor de 60%-grens tot 31 december 2025.
31 januari 2020
Sommige bepalingen kunnen niet genieten van enige overgangsregeling. Meer concreet gaat het over de exitbelasting die verschuldigd is als een verzekeringscontract naar het buitenland wordt overgedragen. Als u als belastingplichtige een verzekeringscontract (zoals een levensverzekering of een groepsverzekering) overdraagt naar een andere maatschappij binnen de Europese Economische Ruimte, dan wordt daar geen belasting op geheven. Doet u dat echter naar een andere land, dan wordt een dergelijke overdracht beschouwd als de betaling of toekenning van kapitaal en wordt in België belasting geheven. Nu zou u kunnen denken: ik verhuis zelf vóór 31 december 2020 naar de UK en neem mee… mijn levensverzekering. Dat misbruik wordt door deze wet de pas afgesneden door te voorzien dat er voor dergelijke overdrachten geen overgangsregeling is.
Wat betekent het eigenlijk dat Britse vennootschappen geen deel meer uitmaken van de EU?
Enkele voorbeelden.
De Moederdochter-richtlijn (vrijstelling vennootschapsbelasting op dividenden van andere vennootschappen en geen bronheffing) en de Royalty-Interest richtlijn (geen bronheffing op interesten en royalty’s) vervallen. Interesten en royalty’s van en naar het VK ondergaan een bronheffing. U moet naar het dubbelbelastingverdrag tussen België en het VK kijken om te zien hoeveel die heffing is en of u er onder uit kan komen. Voor dividenden van België naar het VK is er een interne vrijstelling roerende voorheffing mogelijk. De vrijstelling vennootschapsbelasting voor dividenden blijft op zich wel behouden maar het is mogelijk dat de vrijstelling niet mogelijk is ten aanzien van bepaalde verworpen uitgaven.
Reorganisatieverrichtingen of overbrengingen die uiterlijk op 31 december 2020 worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, kunnen nog belastingneutraal worden uitgevoerd net zoals dat het geval is voor dit soort verrichtingen binnen de EU. Let wel: de datum van de beslissing tot reorganisatie of de datum van implementatie van de reorganisatie is niet relevant. Na 31 december 2020 vallen reorganisaties waarbij Britse ondernemingen betrokken zijn over het algemeen onder het liquidatieregime van artikel 208 en 209 van het WIB 92. Maar ook aan de andere zijde, als u aandeelhouder bent van een Britse vennootschap en u ontvangt naar aanleiding van een reorganisatie in het VK, nieuwe aandelen, dan is het niet uitgesloten dat u daar een meerwaardebelasting moet op betalen.
De Belgische fiscale consolidatie (van toepassing sinds aanslagjaar 2020) is mogelijkerwijze ook niet meer van toepassing… stel bijvoorbeeld een UK holding met twee Belgische dochters. Fiscale consolidatie tussen de Belgische dochters is niet mogelijk tenzij het VK nog deel zou uitmaken van de Europese Economische Ruimte. Maar ook dat is zeer onzeker.
Vennootschapsgroepen met een entiteit in het VK onderzoeken momenteel de gevolgen van de Brexit en velen hebben hun conclusie al getrokken. Groepsstructuren worden herschikt in de één of andere richting. Maar ook ondernemers met activiteiten in het VK moeten nagaan wat de Brexit voor hen betekent, niet alleen op het vlak van btw en douane, maar ook in hun vennootschapsbelasting.