Als u een lening verstrekt aan een kleine onderneming, kan u dat een belastingvoordeel opleveren. Zo zijn er bijvoorbeeld de gewestelijke belastingkredieten voor de Winwinlening (Vlaanderen) en de Coup de Pouce (Wallonië). Daarnaast bestaat er ook een federaal voordeel: u betaalt geen belastingen op de interest die u ontvangt voor een lening die u via een crowdfundingplatform verstrekt aan startende ondernemingen. Officieel kan dat al sinds midden 2015. Omdat er nog bijkomende wettelijke regels moesten worden uitgewerkt, kon het systeem uiteindelijk echt in werking gaan voor leningen toegestaan vanaf 1 februari 2017.

De belastingvrijstelling van de ontvangen interesten kadert in verschillende maatregelen om investeringen in (startende) kleine ondernemingen aan te moedigen (denk ook aan de belastingvermindering voor wie aandelen koopt van een starter).

Lening via een crowdfundingplatform

Terwijl een Winwinlening/Coup de Pouce een rechtstreekse lening is van de kredietgever aan de onderneming, gaat het hier over leningen toegestaan via een erkend crowdfundingplatform. Het is trouwens daarom dat de regeling uiteindelijk pas van start is kunnen gaan op 1  februari 2017: zolang heeft het immers geduurd om de crowdfundingplatforms erkend te krijgen (wettelijk kader daarvoor was pas eind 2016 klaar).

Crowdfunding is een ruimere term dan crowdlending. Wij gebruiken verder de term crowdlending omdat het gaat om leningen. Crowdfunding kan ook op een andere manier, bv. via een investering in het risicodragend kapitaal van een onderneming.

Aan een starter

Een starter is een onderneming die maximaal vier jaar is ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen. De circulaire voegt er aan toe dat een onderneming niet als starter wordt aanzien als een bestaande activiteit van een vennootschap naar een andere nieuwe vennootschap wordt overgedragen of als een natuurlijk persoon zijn bestaande eenmanszaak in een vennootschap onderbrengt. Tenzij natuurlijk die oorspronkelijke activiteit van de eerste vennootschap/eenmanszaak op dat moment nog geen vier jaar werd uitgeoefend.

Gebruik van het geleende geld

De onderneming moet het verzamelde geld gebruiken om nieuwe projecten te ontwikkelen. Wat dat juist inhoudt, wordt ook in de circulaire niet verder uitgelegd.

De wet en de circulaire bepalen niet uitdrukkelijk waar het geld niet voor gebruikt mag worden.

De lening

De lening moet een looptijd van vier jaar hebben. Dit is een minimum, en tegelijkertijd ook een maximum, in de zin dat enkel de interesten van de eerste vier jaar recht geven op de vrijstelling.

De interest mag maandelijks, trimestrieel, semestrieel of  jaarlijks betaald worden.

Fiscaal voordeel: geen belasting op ontvangen interest

Enkel de interesten op de eerste schijf van 15.000 EUR zijn vrijgesteld. Om die schijf te berekenen, wordt er rekening gehouden met alle nog lopende leningen die in de vier vorige jaren werden gesloten.

Dat bedrag kan in één, maar ook in meerdere leningen, worden geleend aan één of meerdere starters.

Als het totaal van de uitgeleende bedragen de drempel van 15.000 EUR overschrijdt, komt alleen de eerste 15.000 EUR in aanmerking. De fiscus gaat er van uit dat de vrijstelling geldt voor de eerst afgesloten lening. De belastingplichtige mag dus niet kiezen voor welke lening hij het voordeel krijgt.

De interesten die slaan op de lening die de drempel overschrijdt, zijn gewone belastbare roerende inkomsten. Die wordt geïnd via de inhouding van roerende voorheffing (RV). De startende ondernemer zal daarvoor moeten instaan. Hij betaalt de interest uit en stort – voor zover nodig – de RV door aan de schatkist. Het is voldoende dat de ondernemer daarvoor enkel kijkt naar de leningen die hij zelf heeft afgesloten met de belastingplichtige. Als zijn lening de drempel op zich niet overschrijdt, moet hij geen RV inhouden.

Voorbeeld

Jean heeft aan bvba MARC 15.000 EUR geleend. Aan nv DERIJCK heeft hij 12.000 EUR geleend. In totaal leende hij dus 27.000 EUR uit. Hij heeft maar recht op de vrijstelling voor de eerste uitgeleende 15.000 EUR. In principe zou de nv DERIJCK bij het uitbetalen van de interest dus RV moeten inhouden. De nv DERIJCK moet echter geen rekening houden met de lening die afgesloten werd tussen Jean en de bvba MARC. Daarom zullen geen van beide vennootschappen RV moeten inhouden. Let op: Jean zal uiteindelijk op die 12.000 EUR wel belasting moeten betalen. Hij moet die inkomsten aangeven in zijn aangifte in de personenbelasting.