De derde versie van de Code Buysse met richtlijnen over deugdelijk bestuur voor middelgrote en kleine ondernemingen is een feit. De belangrijkste wijzigingen hebben betrekking op de raad van bestuur. In deze nieuwe versie worden de taken van de raad van bestuur in detail beschreven. Daarnaast komen nu ook onderwerpen als risicobeleid, diversiteit van de raad van bestuur en de evaluatie van de bestuurders aan bod.

Corporate governance voor niet-beursgenoteerde ondernemingen

De Code Buysse zag het levenslicht in 2005. In 2009 verscheen een eerste update. Nu is Code Buysse III beschikbaar. Corporate governance of deugdelijk bestuur is belangrijk voor alle ondernemingen. Het zorgt ervoor dat de onderneming op een transparante manier wordt bestuurd, geleid en gecontroleerd. Deugdelijk bestuur is geen dwingende verplichting. Ondernemers kunnen de aanbevelingen vrijwillig en op maat van hun onderneming toepassen.

Verschillende onderwerpen uit de Code Buysse hebben de tand des tijds doorstaan en zijn niet gewijzigd. Bedoeld worden de algemene principes/vier fasen inzake corporate governance (deugdelijk ondernemen, de raad van advies, de actieve raad van bestuur, de verdere uitbouw van de bestuursorganen), het deugdelijk ondernemen, het maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVA), de raad van advies en het grootste deel over familiale governance.

Taken van de raad van bestuur

De belangrijkste wijzigingen in de Code Buysse III hebben betrekking op de raad van bestuur. Het Wetboek van Vennootschappen zegt niet wat besturen precies inhoudt. De nieuwe Code probeert de term “besturen” in te vullen. De Code ziet zes taken voor de raad van bestuur:

1. De wettelijke bevoegdheden zoals het vaststellen van de jaarrekening, het goedkeuren van het jaarverslag en het toepassen van de alarmbelprocedure.

2. Het algemeen bestuur. De raad van bestuur neemt strategische beslissingen. Bijvoorbeeld het goedkeuren van budgetten, investeringen en acquisities en het bepalen van het risicobeleid.

3. Een toezichtstaak: de raad van bestuur oefent toezicht uit op het management door het evalueren van de bedrijfsactiviteit, het beoordelen van de kwaliteit van het management en het invoeren en bewaken van een intern controlesysteem.

4. De raad van bestuur fungeert als klankbord en adviseur van het management en de eigenaars.

5. De raad van bestuur is verantwoordelijk voor de invulling van sleutelposities in de onderneming zoals de gedelegeerd bestuurder, de leden van het management en de belangrijkste kaderleden. Daarnaast is de raad ook en onder meer verantwoordelijk voor het vaststellen van hun vergoeding.

6. De raad van bestuur is de ambassadeur van de onderneming. De bestuurders belichamen de waarden van de onderneming en hebben in die zin een voorbeeldfunctie.

Externe bestuurders zijn wenselijk

Idealiter heeft elke onderneming meerdere externe bestuurders in de raad van bestuur, in functie van de omvang, de structuur en de groeifase van de onderneming. Onder externe bestuurders wordt voor de toepassing van de Code begrepen: bestuurders die noch tot het management, noch tot de controlerende aandeelhouder behoren.
Bij de samenstelling van de raad van bestuur moet ook rekening worden gehouden met de bekwaamheden, achtergrond, ervaring, kennis en persoonlijkheidsaspecten van de bestuurders. De Code Buysse III beveelt ook aan om diversiteit na te streven inzake gender en leeftijd.

Een nieuwe bepaling raadt aan om bij de benoeming van een externe bestuurder de verwachtingen van de onderneming ten aanzien van de externe bestuurders duidelijk af te spreken en eventueel schriftelijk vast te leggen.

Voorzitter is sleutelfiguur

Code Buysse III besteedt veel aandacht aan de rol van de voorzitter van de raad van bestuur. De voorzitter is een sleutelfiguur. Hij kent de sleutelpersonen in de onderneming en is voor het management een aanspreekpunt.

Evaluatie van de raad van bestuur

Het is wenselijk dat de raad van bestuur periodiek zijn eigen performantie evalueert, alsook, vóór zijn eventuele herbenoeming, de performantie van de individuele bestuurder. De voorzitter initieert deze evaluatie en geeft achteraf feedback aan de leden van de raad van bestuur.
Kernthema’s die bij de evaluatie van de raad van bestuur als college, van een individuele bestuurder en van de voorzitter aan bod kunnen komen, worden opgesomd.

Bepaling van het risicobeleid

De nieuwe Code sleutelt grondig aan de bepaling over het risicobeleid. Het is de taak van de raad van bestuur om het risicobeleid -de politiek die inzake risicobeheer wordt gehanteerd – van de onderneming te bepalen. Bij het bepalen van het risicobeleid houdt de raad van bestuur rekening met de identificatie en de analyse van de risico’s die door het management zijn uitgevoerd en met de eigenaarsvisie en de ondernemingsstrategie. Het risicobeleid wordt periodiek geëvalueerd en waar nodig door de raad van bestuur bijgestuurd. De uitvoering van het risicobeleid wordt aan het management toevertrouwd en de raad van bestuur ziet hierop toe.

Zie ook: www.codebuysse.com