De regering heeft beslist een aantal bedragen in de personenbelasting de komende jaren niet te indexeren. Deze beslissing heeft zelfs terugwerkende kracht: de bedragen worden bevroren op het niveau van aanslagjaar 2014. De bedragen die in begin van vorig jaar als geïndexeerde bedragen voor aanslagjaar 2015 werden bekendgemaakt, worden niet toegepast. Het betreft vooral de grensbedragen voor de belastingverminderingen.
Geen indexatie
De volgende bedragen worden in de aanslagjaren 2015 tot en met 2018 niet geïndexeerd, maar bevroren op het bedrag dat gold voor aanslagjaar 2014. De bedragen die niet in deze lijst staan (bv. belastingvrije som, forfait beroepskosten, enz.) worden wel gewoon geïndexeerd.
de vrijgestelde deel van inkomsten uit spaarboekjes (1.880 euro), van dividenden van erkende coöperatieve vennootschappen en van interesten of dividenden van vennootschappen met sociaal oogmerk;
de korf voor de belastingvermindering voor het langetermijnsparen en de eerste schijf van de lening die in aanmerking komt (leningen die zijn aangegaan vanaf 1 januari 2014);
de belastingvermindering voor de verwerving van werkgeversaandelen;
de belastingvermindering voor het pensioensparen;
de overgedragen belastingverminderingen voor energiebesparende uitgaven;
de belastingvermindering voor uitgaven voor de verwerving van een elektrisch voertuig;
de belastingvermindering voor uitgaven voor een ontwikkelingsfonds;
de belastingvermindering voor giften;
het maximumbedrag van de uitgaven voor huispersoneel waarvoor men een belastingvermindering kan krijgen;
de belastingvermindering voor vervangingsinkomsten;
de inkomensgrenzen voor de vrijstelling voor vervangingsinkomsten;
de belastingvermindering voor lage-energiewoningen, nul-energiewoningen en passiefhuizen;
de federale woonbonus.
Wat dan met de indexering die vorig jaar was aangekondigd?
Deze beslissing is pas door de regering Michel genomen, nadat de geïndexeerde bedragen voor aanslagjaar 2015 al in het Belgisch Staatsblad waren gepubliceerd. Die indexering gaat met terugwerkende kracht niet door.
Dat heeft als gevolg dat sommige belastingplichtigen al met de nieuwe bedragen (die nu niet worden toegepast) rekening hadden gehouden. Bijvoorbeeld: wie steeds het maximum fiscaal interessante bedrag aan pensioensparen doet, zal daarvoor 950 euro hebben gespaard in 2014. Door het bevriezen van de indexering blijkt nu het maximumbedrag eigenlijk slechts 940 euro te zijn. In dat geval heeft de belastingplichtige 10 euro teveel gespaard. Die 10 euro mag echter beschouwd worden als een storting voor 2015.
Wat vanaf 2019?
Vanaf 2019 wordt de indexering voor deze bedragen gewoon opnieuw toegepast. Er komt echter geen compensatie voor de vier vorige jaren, die gaan gewoon verloren. Dit wil zeggen dat voor de indexering van aanslagjaar 2019 enkel wordt gekeken naar aanslagjaar 2018 (en niet naar de indexstijging van de jaren ervoor).