Het correct indienen van een aangifte in de vennootschapsbelasting, vereist ook het bijvoegen van de juiste, volledig ingevulde fiscale bijlagen. Vroeger konden die bijlagen achteraf nog aan de administratie gestuurd worden. Door het verplichten van de elektronische indiening vanaf dit aanslagjaar, kan dat echter niet langer. Biztax zal immers een foutmelding geven als de bijlagen niet werden toegevoegd of niet juist zijn ingevuld (bv. bedragen in aangifte, stemmen niet overeen met wat uit de bijlage blijkt). Dit betekent dat de bijlage onmiddellijk met de aangifte mee moeten worden ingediend. Ter verduidelijking geven we wat meer uitleg over de belangrijkste bijlagen, en staan daarbij vooral stil bij de wijzigingen die dit jaar plaatsvonden.
Bijlage 204.3: Voorzieningen voor risico’s en kosten
Vennootschappen kunnen een voorziening aanleggen voor risico’s en kosten. Het gaat daarbij om een kost die nog niet zeker en vaststaand is, maar wel waarschijnlijk. Op deze manier kunnen ondernemingen zich voorbereiden op in de nabije toekomst verwachte kosten. De reserves die hiervoor worden aangelegd, zijn vrijgesteld als bepaalde voorwaarden vervuld zijn: het moet ondermeer gaan om kosten die waarschijnlijk zijn, die scherp omschreven/duidelijk omlijnd zijn en die in het jaar zelf als beroepskosten aftrekbaar zouden zijn. Men kan dus geen voorziening aanleggen voor algemene uitgaven die misschien moeten gebeuren.
Formele voorwaarde voor de vrijstelling is het indienen van bijlage 204.3 waarin o.a. de aard van de kosten en de verantwoording van de voorziening moeten worden vermeld.
Met hetzelfde formulier kan een onderneming de verwachte waardeverminderingen voor waarschijnlijke verliezen (bv. op handelsvorderingen) verantwoorden.
Bijlage 276K: Gespreide belasting van meerwaarden
Een vennootschap die een meerwaarde realiseert, kan er voor kiezen die gespreid te laten belasten. Ze moet dan de volledige verkoopprijs van het actief waarop de meerwaarde werd gerealiseerd, herbeleggen in een afschrijfbaar actief.
De bijlage 276 K moet worden ingediend zodat de administratie kan controleren of aan alle voorwaarden is voldaan. Zowel over het verkochte als het nieuwe actiefbestanddeel moet informatie worden gegeven:
van het verkochte actief: het bedrag van de meerwaarde, de originele aankoopprijs en de gedane afschrijvingen, datum van aankoop en verkoop;
van het nieuwe actief: datum van de nieuwe aankoop. Als er meerdere nieuwe activa werden aangekocht, moet de onderneming aanduiden welk er precies in aanmerking moet worden genomen.
Bijlage 276T: Vrijstelling bijkomend personeel kmo
Vennootschappen die op het einde van hun eerste jaar minder dan elf werknemers in dienst hebben, krijgen een vrijstelling van 5.600 EUR als ze bijkomend personeel met een maximumloon van 11,88 EUR per uur in dienst nemen.
Ze moeten dan wel via bijlage 276 T bijkomende informatie geven over de nieuw aangeworven personeelsleden.
Bijlage 276 W1 tot W4: Aanvullend personeel
Naast de hierboven vernoemde vrijstelling krijgen bedrijven ook een vrijstelling als ze een nieuw personeelslid aannemen dat wetenschappelijk onderzoek doet (276 W1), het technologisch potentieel van de onderneming zal helpen uitbouwen (276 W2) of aan de slag gaat als hoofd uitvoer (276W3) of hoofd integrale kwaliteitszorg (276 W4).
Van het nieuwe personeelslid moet zijn naam, rijksregisternummer en functie doorgegeven worden.
Als het personeelslid al voor het bedrijf werkte en een nieuwe functie als diensthoofd krijgt, moet luik twee van de bijlage ingevuld worden. De nieuwe functie van de persoon moet dan doorgegeven worden, evenals de nieuwe werknemer die de oude functie van het nieuwe diensthoofd zal overnemen.
Bijlage 275C: Aftrek voor risicokapitaal
Wie gebruik wil maken van de notionele interestaftrek moet bijlage 275 C indienen. Ten gevolge van een wetswijziging ingegeven door een arrest van het Europees Hof van Justitie, zijn enkele rubrieken van deze bijlagen dit jaar veranderd.
De notionele interestaftrek moet nu immers worden gecorrigeerd voor buitenlandse inrichtingen en buitenlandse onroerende goederen van de vennootschap. Daarbij wordt er nog eens een onderscheid gemaakt naargelang de buitenlandse inrichtingen en/of de onroerende goederen al dan niet in een lidstaat van de EER gelegen zijn. Vanaf dit jaar moeten vennootschappen met een buitenlandse vaste inrichting rubriek 8061 ‘vermindering met betrekking tot vaste inrichtingen of onroerende goederen gelegen in een land van de EER met verdrag’ of 8062 ‘vermindering met betrekking tot vaste inrichtingen of onroerende goederen gelegen in een land buiten de EER met verdrag’ invullen.
Bijlage 275P: Aftrek voor octrooi-inkomsten
De aftrek voor octrooi-inkomsten wil ondernemingen aanzetten om te investeren in onderzoek en ontwikkeling. Voor kmo’s was het toepassen van deze aftrek tot op heden erg moeilijk, omdat er vereist werd dat de onderneming over een eigen onderzoekscentrum beschikt waarin het octrooi werd ontwikkeld of verbeterd. Voor kleine vennootschappen is deze voorwaarde nu geschrapt. De wijziging heeft ook zijn weerslag op de fiscale bijlage 275P, waar een nieuwe rubriek ‘Inkomsten of het gedeelte van inkomsten uit octrooien waarvan de vennootschap octrooihouder is en die door haar werden ontwikkeld’.
Bijlage 275U: Investeringsaftrek
De (her)invoering van de gewone investeringsaftrek voor kleine vennootschappen, brengt een nieuwe rubriek mee in bijlage 275U: ‘nieuwe vaste activa die rechtstreeks verband houden met de werkelijk uitgeoefende economische werkzaamheid’. Deze rubriek is enkel bedoeld voor kleine vennootschappen, voor investeringen die zij gedaan hebben vanaf 1 januari 2014.
Andere bijlagen
Er kunnen nog allerhande andere bijdragen worden toegevoegd. We gaan niet op allemaal nader in:
276 N: meerwaarde bedrijfsvoertuigen;
276 P: meerwaarde binnenschepen;
275 B: meerwaarde zeeschepen;
275 F: niet-aftrekbare betalingen naar bepaalde staten;
275K: gespreide belasting meerwaarde bepaalde effecten;
275W: belastingkrediet onderzoek & ontwikkeling;
275R: investeringsreserve;
328K: keuze voor degressieve afschrijving (kiezen/afzien);
328KL: afzien van keuze voor degressieve afschrijving.