Sinds 1 januari 2017 mag een student per kalenderjaar in het kader van een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten 475 uren in plaats van 50 dagen werken tegen een voordelige sociale bijdrage. Nieuw is ook dat het voordelige statuut voortaan afhangt van een tijdige geregistreerde Dimona.
Nieuw: 475 uren
Een student die met een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten wordt tewerkgesteld, mag gedurende een bepaalde periode tegen loon werken op de ogenblikken dat hij niet verplicht in de onderwijsinstelling aanwezig moet zijn. Het studentencontract is een schriftelijke overeenkomst voor bepaalde duur van minder dan 12 maanden. Er staat geen maximale leeftijd op het statuut van student.
Noch de werkgever noch de student zijn aan de gewone socialezekerheidsbijdragen onderworpen. Werkgever én student zijn wel een bijzondere solidariteitsbijdrage verschuldigd. Die bedraagt 5,42% voor de werkgever en 2,71% voor de student. Daarnaast is de werkgever ook een bijzondere bijdrage van 0,01% ten voordele van het asbestfonds verschuldigd. Een gewone werknemer betaalt 13,07% sociale bijdragen op zijn brutoloon.
Specifieke Dimona-aangifte cruciaal
Een werkgever die een student wil tewerkstellen onder de gunstregeling inzake socialezekerheidsbijdragen, moet in de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling (Dimona ‘STU’) voortaan het aantal door de student gewerkte uren vermelden waarin hij werd tewerkgesteld, en niet langer het aantal dagen. Beiden zijn de bijzondere solidariteitsbijdrage wel alleen verschuldigd als de Dimona-aangifte ‘STU’ vóór aanvang van de tewerkstelling gebeurde. Bij een vroegere indiensttreding is een bijkomende aangifte nodig omdat de begindatum van de Dimona-aangifte niet meer kan worden vervroegd. De RSZ zal trouwens strenger optreden bij een laattijdige Dimona-aangifte. Bij een laattijdige aangifte wordt mogelijk het recht op solidariteitsbijdrage voor de volledige periode niet goedgekeurd. Voorlopig zou de RSZ echter een gedoogbeleid voeren als binnen een kwartaal minstens één tijdige Dimona is uitgevoerd.
Dankzij de aangifte in uren moeten sectoren waar er met onvolledige dagprestaties wordt gewerkt niet langer een volledige dag aftrekken van het studentencontingent als er slechts enkele uren worden gewerkt. Enkel de gepresteerde uren worden aangerekend op het contingent.
Zodra de 475 uren worden overschreden, verliezen de student en de werkgever hun sociaal voordeel en zijn ze vanaf het 476ste uur gewone sociale bijdragen verschuldigd.
Voor het contingent van 475 uren houdt men enkel rekening met de werkelijk door de student gepresteerde uren. Het contingent werkt enkel met volledige uren; elke begonnen uur geldt als 1 uur.
Raadpleging saldo uren via student@work
De werkgever en de studenten kunnen het saldo van het studentencontingent (in uren nu) via de toepassing ‘student@work’ raadplegen. Student@work is een online tool die de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) ter beschikking stelt.
=> Studenten die werken, kunnen vanaf dit jaar gedurende 475 uren in plaats van 50 dagen genieten van een voordeelstatuut. De maximumduur van studentencontracten (12 maanden) en de vaste solidariteitsbijdrage van 8,13% (5,42% ten laste van de werkgever en 2,71% ten laste van de student) wijzigen niet.