In januari 2023 ontvingen honderdduizenden werknemers in de privésector een stevige loonindexering. Dit mechanisme trad in werking als gevolg van de stijgende levensduurte van de afgelopen maanden. Deze indexering geldt echter niet voor zelfstandigen. Hoe past u uw tarieven correct aan?
De automatische loonindexering in actie
Via het mechanisme van de automatische loonindexering zijn de lonen van Belgische werknemers in de privésector gekoppeld aan de prijzen van goederen en diensten. Dat geldt trouwens ook voor de weddes van ambtenaren en de sociale uitkeringen (voor onder meer pensioen, werkloosheid en ziekte).
Met andere woorden: wanneer de prijzen van goederen en diensten stijgen, stijgen de lonen van de werknemers in de privésector. Slechts in enkele kleine paritaire comités worden de lonen niet geïndexeerd, al zijn daar wel afspraken op ondernemingsniveau mogelijk.
Uitzonderlijk hoge loonindexering in januari 2023
De afgelopen tien tot vijftien jaar bedroeg de gemiddelde indexering in ons land minder dan 2 procent per jaar. Maar toen in februari 2022 het conflict tussen Rusland en Oekraïne losbarstte, schoten de prijzen van goederen en diensten razendsnel de hoogte in. Het gevolg van onder meer exploderende energie- en voedselprijzen.
Het resultaat? Op 1 januari 2023 steeg het loon van ruim een half miljoen bedienden uit de privésector (Paritair Comité 200) met maar liefst 11,08%. Concreet betekent dit dat een bediende met een bruto maandsalaris van 3.300 euro sinds begin 2023 een salaris van 3.666 euro ontvangt.
Creëer financiële ademruimte voor jezelf
Werknemers zullen die financiële ademruimte zeker appreciëren. Maar wat doet u als zelfstandige die niet in aanmerking komt voor dergelijke indexering? Ook voor u is het leven immers een pak duurder geworden.
Voor prijsafspraken per uur, per prestatie of per dag gelden geen wettelijke spelregels wat een verplichte indexering betreft. Of een opdrachtgever al dan niet moet indexeren, hangt af wat u hierover in een samenwerkingscontract hebt bepaald. Weet wel dat in langlopende contracten een indexering in de praktijk meestal nadien wel gewoon wordt toegepast, in plaats van hier jaarlijks over te moeten onderhandelen.
Tariefindexering als basis voor zorgeloos ondernemen
Correcte opdrachtgevers scheppen de nodige ruimte om samen met u aan de onderhandelingstafel plaats te nemen. In elk geval bepaalt u als zelfstandige zelf uw tarieven. U moet dus zelf ook de knoop doorhakken of u een eventuele indexering toepast. Heel wat zelfstandigen twijfelen of dit kan en – als ze toch een tariefaanpassing overwegen – hoe ze dit correct moeten doen.
Eén ding is duidelijk: een tariefaanpassing op basis van de levensduurte is helemaal oké! Dergelijke beslissing zorgt er immers voor dat u uw job op een duurzame, professionele en zorgeloze manier kan blijven uitvoeren, tot grote tevredenheid van bestaande en toekomstige klanten.
Stel uzelf de volgende vragen:
Is het al lang geleden dat ik mijn tarief hebt verhoogd?
Is de huurprijs van mijn kantoorruimte, magazijnen of andere faciliteiten gestegen?
Hoe zijn andere onkosten opgeslagen?
Werk ik in een duurdere regio?
Lever ik een nicheproduct of -dienst, inclusief een unieke dienstverlening, en kan ik dus een hogere prijs vragen?
Hoe berekent u uw tariefverhoging?
Wilt u als zelfstandige uw tarief verhogen? Dan is het zeker een verstandige zet om de zogenaamde spilindex als maatstaf te nemen. Je zou 2% bij uw tarief kunnen tellen telkens wanneer die spilindex overschreden werd. De voorbije twee jaar gebeurde dit maar liefst zevenmaal (augustus en december 2021, en februari, april, juli, oktober en november 2022).
In cijfers uitgedrukt: sinds augustus 2021 zou u uw tarief met 14% kunnen verhogen (zevenmaal overschreden * 2%). Had u in augustus 2021 een uurtarief van 60 euro? Dan kunt u volgens deze berekening vandaag 68,40 euro aanrekenen.
We raden u zeker aan om deze berekening met uw boekhouder te bespreken, zodat hij of zij samen met u kan analyseren welke onkosten de voorbije jaren fors duurder geworden zijn.